Terug naar zoekresultaten

2.19.205 Inventaris van het archief van de Nederlandse Vereniging voor Allergologie, 1948-1996

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.205
Inventaris van het archief van de Nederlandse Vereniging voor Allergologie, 1948-1996

Auteur

A.R.M. Sacher-Flaat

Versie

18-06-2018

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2003 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlandse Vereniging voor Allergologie
Ned. Ver. Allergologie

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1948-1996

Archiefbloknummer

I8

Omvang

; 116 inventarisnummer(s) 2,10 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Enkele stukken zijn in het,ofgesteld.
Nederlands
Engels
Duits
Frans

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Het archief bevat foto's.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Nederlandse Vereniging voor Allergie (1948-1979) Nederlandse Vereniging voor Allergologie (vanaf
Dieges, Dr. P.H.
, , 1979)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat onder meer agenda's, notulen, vergaderstukken, brievenboeken en notulenboeken, jaarverslagen en ledenlijsten. Daarnaast stukken betreffende wetenschappelijk onderzoek, lezingen en congressen, het positioneren van het specialisme allergologie, diagnostische protocollen, en opleiding en nascholing. Het archief bevat tevens archiefbescheiden van dr. P.H. Dieges, bestuurslid van de vereniging.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Oprichting van de vereniging
Het werk van Prof. Dr. Willem Storm van Leeuwen markeert het beginpunt van de allergologie in Nederland. Storm van Leeuwen was hoogleraar in de farmacologie en directeur van het Farmacotherapeutisch Instituut in Leiden. Tussen 1919 en 1933 had hij in Leiden een centrum van wereldvermaardheid op het gebied van de Allergologie opgebouwd. Na zijn dood in 1933 waren de door hem opgeleide studenten over het land verspreid geraakt. Met als gevolg een groot verlies voor de onderlinge samenwerking die onder Storm van Leeuwen had bestaan. Onderzoekservaringen werden niet meer uitgewisseld, beroepsbelangen naar andere organisaties toe (Specialisten Registratie Commissie, overleg met ziekenfondsen etc.) werden niet meer behartigd. Ook naar verenigingen van allergologen in het buitenland toe had men geen vertegenwoordiger, c.q. spreekbuis. Daarbij was er de noodzaak dat de wetenschappelijke interesses op het terrein der allergie hoog nodig gecoördineerd moesten worden.
Om deze reden werd door de allergologen Kremer, Klein, Van Niekerk, de Lind van Wijngaarden, Van de Werff en de KNO-arts Van Dishoeck op donderdag 8 april 1948 de Vereniging voor Allergie opgericht. Door de algemene ledenvergadering, gehouden op 8 december 1950 was besloten de Koninklijke goedkeuring op haar statuten te verzoeken. Deze statuten werden op 10 oktober 1951 bij Koninklijk Besluit met terugwerkende kracht vanaf 8 april goedgekeurd. De vereniging werd daardoor als rechtspersoon erkend. In 1979 werd besloten tot wijziging van de statuten en liet men deze op 26 januari 1979 bij notariële akte vastleggen. In deze statuten werd ook een naamsverandering vastgelegd. De nieuwe naam was Nederlandse Vereniging voor Allergologie. De laatste statutenwijziging voor de periode 1948-1995 vond plaats op 15 maart 1991.
De vereniging bestaat nog steeds.
Doel en taken van de vereniging
Uit de eerste statuten van de vereniging blijkt dat zij zich de bevordering van de kennis omtrent en doelmatige behandeling van allergische ziekten ten doel stelt. De vereniging tracht dit doel te bereiken door:
  • De vereniging en samenwerking te stimuleren van allen die op genoemd gebied werkzaam zijn of daarvoor bijzondere belangstelling hebben.
  • Het verzamelen en beschikbaar stellen van wetenschappelijke onderzoekingen op allergisch gebied.
  • Het aanmoedigen en financieel steunen van wetenschappelijke onderzoekingen op allergisch gebied.
  • Het steunen en doen houden van lezingen en congressen.
  • Het behartigen van de beroepsbelangen.
  • Het positioneren en profileren van het specialisme Allergologie.
  • Het bewaken van de kwaliteit van het medisch handelen van de allergoloog.
Deze laatste taak is onder te verdelen in de subtaken:
  • Het bevorderen van opleiding en nascholing.
  • Het visiteren van (niet) opleidingspraktijken.
  • Het ontwikkelen van diagnostische en therapeutische protocollen.
Organisatiestructuur
Het bestuur van NVvA bestaat bij oprichting in 1948 uit een voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en penningmeester. Uit het huishoudelijk reglement van 1951 blijkt dat in het bestuur tevens vertegenwoordigers van andere specialismen (otologen, dermatologen en internisten) zitting hebben. Totaal bestaat het bestuur in de periode 1948-1979 uit een oneven aantal van 5, 7 of hoogstens 9 leden. De leden van de vereniging zijn allergologen, niet-allergologen (veelal andere medische disciplines) en buitengewone leden (niet medici). De bestuursleden worden benoemd voor de tijd van twee jaar en zijn na afloop daarvan herkiesbaar. In de statuten van 1979 wordt bepaald dat een bestuurslid maximaal 6 jaar achtereen in dezelfde functie in het dagelijks bestuur zitting kan hebben. Er werd toen ook vastgelegd dat het bestuur voortaan zou bestaan uit 6 leden: De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen het dagelijks bestuur en worden gekozen uit en door de leden van de Vakgroep (zie hieronder). De overige drie bestuursleden worden gekozen door en uit de leden, geneeskundigen-niet-allergologen, de buitengewone leden en door de leden-aspirant-allergologen. Door de multidisciplinaire opbouw van de vereniging is een unieke uitwisseling van gedachten mogelijk tussen basiswetenschappers en clinici enerzijds en de verscheidene orgaanspecialisten en allergologen anderzijds.
Binnen de vereniging zijn de geregistreerde allergologen verenigd in de Vakgroep Allergologie. De Vakgroep Allergologie behartigt de belangen van de in Nederland als allergoloog gevestigde artsen en artsen die daarvoor in opleiding zijn. Het bestuur van de Vakgroep bestaat uit een voorzitter, secretaris en een penningmeester. Zij zijn allen ingeschreven allergologen, die tevens het dagelijks bestuur van de vereniging vormen. Het vierde bestuurslid is een vertegenwoordiger van en gekozen uit de bij de Specialisten Registratie Commissie geregistreerde arts-assistenten in opleiding tot allergoloog. Deze vertegenwoordiger kan de vergaderingen van het Vakgroepbestuur bijwonen en heeft een adviserende stem. Het bestuur van de vereniging is gehouden de beslissingen van de Vakgroep Allergologie uit te voeren op de volgende met name te noemen punten:
  • Honorering in het algemeen en verhouding tot de ziekenfondsen.
  • Het geven van adviezen aan de vertegenwoordiger in de Specialisten Registratie Commissie.
Het behartigen van de beroepsbelangen van de allergologen heeft het Vakgroepbestuur mede gedelegeerd aan de Commissie Beroepsbelangen. Daarnaast houdt de Vakgroep zich bezig met de kwaliteitsbewaking van de opleidings- en niet opleidingsklinieken. Deze taak is door de Vakgroep toebedeeld aan het Concilium Allergologicum. Het Concilium doet voorstellen over de eisen, te stellen aan de opleiding, de opleiders en de opleidingsinrichtingen van allergologen. Deze voorstellen worden, na te zijn onderworpen aan het oordeel van de Vakgroepsvergadering, ter vaststelling voorgelegd aan het Centraal College voor de Erkenning en Registratie van Medisch Specialisten. Verder vormt het Concilium de permanente Visitatie Commissie. Voor de daadwerkelijke visitatie stelt het een Visitatie Commissie ad hoc voor. Voorts heeft het Concilium een coördinerende taak ten aanzien van de nascholing en toetsing van de allergologen.
Overigens kent de NVvA nog commissies die multidisciplinair zijn samengesteld: De Commissie Allergeen Standaardisatie brengt advies uit over de wijze waarop in Nederland allergenen gestandaardiseerd dienen te worden.
In de voorjaarsvergadering van 1985 werd verder besloten tot het instellen van een Commissie Standaardisatie Huidtests. De taakomschrijving van deze commissie is het doen van aanbevelingen over standaardisatie huidtechnieken en kwaliteitsbewaking van huidtests. De Hyposensibilisatie Commissie werd eind 1988 ingesteld om het Europese hyposensibilisatie rapport te beoordelen en maakte hiervan een samenvatting die ter beoordeling van de huishoudelijke vergadering van de NVvA werd voorgelegd en die gepubliceerd is in Medisch Contact.
Voorts houdt de in 1991 opgerichte werkgroep Hymenoptera zich bezig met de uniformering van het beleid in Nederland ten aanzien van diagnostiek, acute therapie en desensibilisatie van de patiënten met overgevoeligheidsreacties op insectenbeten en is zij aanspreekpunt voor insecten-overgevoeligheid voor de Europese Allergologie Vergadering.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief is gevormd bij de uitvoering van de activiteiten van de NVvA, dus vanaf december 1948 tot 1996. De vereniging had geen eigen locatie en dus ook geen permanente archiefbewaarplaats. Tot 1959 werden de bescheiden beheerd door de secretaris van de vereniging de heer W.J.F. van der Bijl. Daarna is het archief onder verschillende bestuursleden verspreid geweest. In 1990 bevond het archief zich op twee locaties, namelijk bij de allergologen Dr. P.H. Dieges en Dr. Weller. Acht februari 1990 schrijft de eerste een brief aan de toenmalige secretaris van de vereniging, de allergoloog mevrouw G. van Dalen, dat hij wegens ruimtegebrek van de zich bij hem bevindende archiefbescheiden af wil. Naar aanleiding daarvan is het archief bij elkaar gevoegd en ondergebracht bij Dr. De Monchy, die het vervolgens eind 1995 overdroeg aan de secretaris van de vereniging. Deze heeft het archief herordend en stukken eruit vernietigd. Wegens ruimtegebrek wilde men in 1997 van het archief af, maar wilde het wel behouden voor het nageslacht. Er werd daarop contact gezocht met het toenmalige Algemeen Rijksarchief.
Eind 1997 is het archief dat tot 1996 door de vereniging gevormd is, naar het ARA overgebracht.
Er zijn één of meer diskettes aan het toenmalige Algemeen Rijksarchief (ARA) overgedragen. Binnen het ARA zijn zij zoekgeraakt.
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
De NVvA stelt zich ten doel de kennis omtrent en doelmatige behandeling van allergische ziekten te bevorderen. Zij tracht dit doel te bereiken door samenwerking en vereniging te stimuleren van allen die op het gebied van de Allergologie werkzaam zijn. Tijdens vergaderingen worden de nieuwste wetenschappelijke onderzoekingen op allergisch gebied gepresenteerd en ter discussie gesteld. De vereniging deed actief mee aan lezingen en congressen op het gebied van de Allergologie en onderhield veel contacten met allergologen en allergologieverenigingen in het buitenland. In 1993 heeft zij zelf een internationaal congres van de European Academy of Allergology and Clinical Immunology (EAACI) georganiseerd. De Allergologie is een vrij nieuw specialisme. Uit de stukken blijkt dat het positioneren en profileren van de Allergologie als zelfstandig specialisme en het bewaken van de kwaliteit van het medisch handelen van de allergoloog belangrijke speerpunten van het beleid van de vereniging zijn.
Selectie en vernietiging
In 1995 is het archief door de secretaris van de vereniging geïnventariseerd. Veel onbelangrijk geachte correspondentie als 'ik ben verhinderd om de vergadering bij te wonen' is vernietigd. Ook stukken betreffende andere verenigingen zijn vernietigd. Van deze vernietigingsactiviteit bestaat geen lijst. Het is onbekend of er in de periode vóór 1995 stukken uit het archief vernietigd zijn.
In 2003 werd het archief opnieuw bewerkt. Dubbele exemplaren en stukken die naar hun aard niet in dit archief thuishoorden zijn vernietigd. Bij de bewerking van dit bestand in 1995 was bepaald dat de mappen 'Convent van Voorzitters Wetenschappelijke Verenigingen en Beroepsbelangen Commissies', 'Nieuwsbrieven Nederlandsche Internistenvereniging' en 'Landelijke Specialisten Vereniging' in 1999 vernietigd dienden te worden. De inhoud hiervan bestaat uit stukken over die verenigingen. Vernietiging van deze mappen heeft in 2003 plaatsgevonden.
Aanvullingen
Het is niet onmogelijk dat het archief dat vanaf 1996 gevormd wordt in de toekomst ook naar het Nationaal Archief wordt overgebracht. Hierover zijn echter geen afspraken gemaakt.
Verantwoording van de bewerking
De archiefbestanddelen waren door de archiefvormer primair op onderwerp en soort geordend. Secundair was er een ordening op jaarblokken van 10 jaar. De mappen hadden allen hetzelfde nummer als de doos waarin zij zich bevonden.
Enkele qua inhoud homogene mappen zijn samengevoegd. De mappen zijn verder aanvullend beschreven, zodat raadplegers van het archief meer zicht hebben op de inhoud daarvan. Voorts zijn de mappen per stuk genummerd en niet meer per doos. Aangezien de datering van de mappen nu in de omschrijving vermeld wordt, is de ordening per jaarblok komen te vervallen.
Na de beschrijving zijn de mappen naar de taken van de vereniging geordend. Bij 10 mappen leverde het ordenen naar taak een probleem op. De inhoud had betrekking op verschillende taken en de stukken waren niet zonder verlies aan informatie te scheiden. Aangezien het slechts 9% van het aantal mappen betrof en gezien het belang van het zichtbaar maken van de relatie tussen fysieke neerslag en taken is er voor gekozen deze mappen, met verwijzing naar hetzelfde inventarisnummer, bij twee taken onder te brengen. In vergaderstukken en in stukken uit de inventarisnummers 23-27 is informatie m.b.t. verschillende taken terug te vinden.
Tijdens het bewerken is gebleken dat met uitzondering van de bestuursvergaderingen uit de periode 1955-1979 en de map 'publicatie opleidingen' het archief volledig is overgebracht.
Bij het in 1997 overgedragen archief bevonden zich ook enkele bestanddelen met correspondentie, artikelen en rapporten opgemaakt en ontvangen door Dr. P.H. Dieges tijdens zijn werkzaamheden als bestuurslid van de vereniging. Deze archiefbescheiden zijn bij de bewerking in 2003 intact gehouden en worden als gedeponeerd archief in de archiefinventaris beschreven. Zij zijn door middel van tabs op onderwerp en vervolgens chronologisch geordend. In deze delen is voornamelijk informatie te vinden aangaande verschillende activiteiten van de NVvA.
Ordening van het archief
De nieuwe toegang is een archiefinventaris waarin de archiefbestanddelen naar taken van de vereniging geordend zijn.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Materiële staat van de stukken van dit archief is goed. Onbekend is de staat van de diskettes.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Vereniging voor Allergologie, nummer toegang 2.19.205, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ned. Ver. Allergologie, 2.19.205, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
In archieven van instellingen en verenigingen waarmee de NVvA contacten heeft onderhouden en correspondentie heeft gevoerd kunnen bescheiden betreffende de NVvA worden aangetroffen. De belangrijkste instellingen zijn:
  • Ministerie van VWS en voorgangers,
  • Landelijke Specialistenvereniging (LSV),
  • Specialisten Registratie Commissie,
  • Inspectie Volksgezondheid,
  • Gezondheidsraad,
  • ziekenfondsen en particuliere ziektekostenverzekeringen.
Met name met de volgende verenigingen zijn er veel contacten geweest:
  • Nederlandse vereniging voor Immunologie,
  • Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie,
  • Nederlandsche Vereniging van Internisten.
Daarnaast zijn verschillende artikelen betreffende Allergologie verschenen in het Tijdschrift voor Geneeskunde, Tijdschrift Kindergeneeskunde en in de Geneeskundige Gids.
De vereniging was medeoprichter van de Stichting Federatie van Verenigingen ter Bevordering van Klinisch Wetenschappelijk Onderzoek in Nederland en van de Stichting Experimenteel Onderzoek Allergologie.
Op het internationale vlak werd actief deelgenomen aan symposia en congressen over allergie, in het bijzonder de congressen van the International Association of Allergology" Europese Unie van Allergologen en de jaarlijks gehouden bijeenkomsten van de European Academy of Allergology and Clinical Immunologie (EAACI).
In archieven van buitenlandse allergologieverenigingen kunnen zich mogelijk ook stukken met betrekking tot de NVvA bevinden.

Archiefbestanddelen