Terug naar zoekresultaten

2.11.10 Inventaris van het archief van de Inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs, (1921) 1935-1944 (1950)

Het archief bevat veel gegevens over de technische ontwikkeling van de tuinbouw en de manier waarop de tuinbouw reageerde op de oorlogsomstandigheden, die van invloed waren op de voedselvoorziening.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.11.10
Inventaris van het archief van de Inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs, (1921) 1935-1944 (1950)

Auteur

J.E.A. Boomgaard en J.A.A. Bervoets

Versie

01-07-2019

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2017 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs
Inspecteur Tuinbouw

Periodisering

archiefvorming: 1935-1944
oudste stuk - jongste stuk: 1921-1950

Archiefbloknummer

L223

Omvang

; 576 inventarisnummer(s) 4,25 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs, 1935-1945

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat veel gegevens over de technische ontwikkeling van de tuinbouw en de manier waarop de tuinbouw reageerde op de oorlogsomstandigheden, die van invloed waren op de voedselvoorziening.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Vanaf 1911 werden rijkslandbouw- en rijkstuinbouwconsulenten benoemd, die de boeren en tuinders in hun regio op de hoogte dienden te brengen van de nieuwste ontwikkelingen op landbouwkundig gebied en hen daarmee in hun werk bij te staan. Vanaf dat jaar waren in de tuinbouwsector een vijftien- tot twintigtal consulenten actief, met ambtsgebieden die deels werden bepaald door de eenheid van een agrarische regio (de Achterhoek en Twente), deels door de specialiteit van een streek (de Betuwe, het Westland, de bloembollenstreek, de boomkwekerijen van Boskoop). Deze ambtsgebieden konden in het belang van de tuinbouw wel eens van omvang wisselen en dat gold ook voor de standplaatsen van de consulenten. Meestal waren deze consulenten zelf hoofd of directeur van een actief werkzame tuinbouwschool met de daarbij horende proefvelden en voorzitter van ter plaatse actieve particuliere tuinbouwverenigingen of coöperaties. De consulenten waren belast met het toezicht op de onderwijsinstellingen op het gebied van de tuinbouw in hun ambtsgebied. Zij stonden tot 1935 onder de directe leiding van een “hoofd van de landbouwvoorlichtingsdient”, die tevens hoofd van de Eerste Afdeling van de Directie van de Landbouw was.
In 1935 vond een reorganisatie plaats van de Directie van de Landbouw. Vanaf dat jaar voerden een afzonderlijke Inspecteur van de Landbouw en het Landbouwonderwijs en een Inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs de leiding over afzonderlijke voorlichtingsdiensten. Als inspecteur voor de Tuinbouw werd op 1 april 1935 A.W. van der Plassche benoemd, die daarnaast dus ook als beleidsambtenaar functioneerde. Hij was dus naast de voorlichting en de verificatie van het daarvoor benodigde onderzoek ook betrokken bij de belangenbehartiging van de tuinbouw en de tuinbouwers. Dat gebeurde in de tijd van de grote, in 1929 uitgebroken economische crisis, die ook in de tuinbouwsector slachtoffers maakte, met name onder de z.g. ‘kleine tuinders’.
Naast de in wereldbekendheid toenemende tuinbouwgebieden, zoals het Westland, de bollenstreek en Boskoop, waren er ook talrijke ‘gemengde bedrijven’, die als plaatselijke ‘hoveniers’ voorzagen in groeten en fruit en buiten het spel van de gekrompen markten kwamen te vallen. Hiervoor werden vanaf 1933 steunregelingen voor ‘kleine tuinders’ vastgesteld en uitgevoerd door het Landbouwcrisisbureau, terwijl ook ter verbetering van de bedrijfsvoering saneringsmaatregelen werden opgelegd. Bij deze steun werd ook maatschappelijk werk geleverd, soms in de vorm van gezinsvoorlichting. Ook hier trad de inspecteur voorlichtend en soms bemiddelend op.
In augustus 1939 brak de wereldoorlog uit. De juridische afdeling van het in dat jaar opgeheven Landbouwcrisisbureau werd in stand gehouden en kreeg de voedselvoorziening als taak. Zij vormde zich om tot een Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd, die een speciale afdeling Tuinbouw kende. Voorzien werd dat als gevolg van de door de oorlog te verwachten schaarste in levensmiddelen een distributiestelsel moest worden ingesteld. Steunend op de ervaringen, opgedaan tijdens de Eerste Wereldoorlog, voerde het bureau overleg met de voorlichtingsdienst over verhoging van de voedselproductie ten koste van bijvoorbeeld siergewassen en experimenten met de teelt van producten die bij het wegvallen van de internationale handel schaars zouden worden. De beleid werd tijdens de bezetting aangescherpt: de directeuren-generaal van Landbouw en van Voedselvoorziening, G.J. de Ruiter en S.L. Louwes, richtten zich vooral op de instandhouding van de voeding van de bevolking door opvoering van de productie van groenten en fruit. Daarvoor kregen de ambtenaren in toenemende mate volmachten om grond te vorderen, teelt aan te sturen door een vergunningenstelsel en ook niet-professionele tuinders in dat proces te betrekken. Vanaf 1941 leverden consulenten ook voorlichting aan houders van volkstuinen. Ook konden producten van deze tuinders, bijvoorbeeld tabak, door de rijksbureaus voor de distributie worden gevorderd.
Een en ander betekende een groter aantal bevoegdheden voor Van der Plassche als inspecteur en hoofd van dienst over zijn consulenten. In het Verordeningsblad van 10 september 1940 werd hij in een gereorganiseerd Directie van de Landbouw hoofd van de afdeling Tuinbouw. Tot in september 1944 bleef de organisatie redelijk functioneren Uiteindelijk kon het stelsel zich niet handhaven tegen de steeds meer ingrijpende gevolgen van de nationaal-socialistische oorlogseconomie. Vanaf de spetember van 1944 was de landbouwvoorlichtingsdienst feitelijk non-existent totdat de inspecteur op 1 juni 1945 aankondigde zijn werkzaamheden weer te hervatten.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De archieven van de Directie van de Landbouw werden binnen de elkaar opvolgende ministeries onder wie deze directie kwam te ressorteren steeds als een aparte eenheid bijeen gehouden. In het archief van de directie werd ook dat van de inspecteurs van de Landbouw en van de Tuinbouw opgenomen.
De archieven van de Directie van Landbouw werden in 1968 door het Ministerie van Landbouw en Visserij naar het Algemeen Rijksarchief overgebracht, voorzien van voorlopige plaatsingslijsten. De archieven werden geplaatst in het Hulpdepot van de Rijksarchiefdienst te Schaarsbergen.
Begin 1980 werd het archief overgebracht naar het nieuwe gebouw van het Algemeen Rijksarchief te Den Haag. Daar werd een definitieve inventarisatie van de landbouwarchieven voorbereid. Onder meer werd toen besloten de archieven van de inspecteurs van de Landbouw en van de Tuinbouw af te scheiden van het eigenlijke ministerie- en directiearchief. Tegelijk werd een begin gemaakt met de inventarisatie van het archief van de inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs. De inventaris, bedoeld als een stageproject voor een examen in 1981, werd niet voltooid. Het duurde tot 2017 voordat tijd beschikbaar kwam om de bewerking van het archief af te ronden.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat voor het merendeel de stukken betreffende de samenwerking van het ministerie met de rijkstuinbouwconsulenten, die desgevraagd of vrijwillig het ministerie op de hoogte brachten van hun werkzaamheden. Tevens is dit voor een deel ook de neerslag van de specifieke zorg van het ministerie voor het tuinbouwonderwijs. De algemene regelgeving betreffende het onderwijs bevindt zich in andere bestanden van het archief van de Directie van de Landbouw.
Het archief bevat vooral veel gegevens over de technische ontwikkeling van de tuinbouw en de manier waarop de tuinbouw reageerde op de oorlogsomstandigheden, die van invloed waren op de voedselvoorziening.
Selectie en vernietiging
Omtrent eventuele vernietiging van dossiers uit het archief zijn geen gegevens bekend.
Aanvullingen
Aanvullingen op het archief worden niet verwacht.
Verantwoording van de bewerking
Het archief is in 1980-1981 geïnventariseerd door J.E.A. Boomgaard, indertijd stagiaire bij het Algemeen Rijksarchief. De inventarisatie werd in 2017 voltooid door J.A.A. Bervoets, vrijwilliger bij het Nationaal Archief.
Ordening van het archief
Het archief is ingedeeld naar de taken van de inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Inspecteur van de Tuinbouw en het Tuinbouwonderwijs, nummer toegang 2.11.10, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Inspecteur Tuinbouw, 2.11.10, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Zie ook de inventarissen:
2.11.04 : Inventaris van het archief van de Directie van de Landbouw: Afdeling Tuinbouw (1882) 1900-1957
2.11.35 : Inventaris van het archief van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening: Directie Landbouwonderwijs en taakvoorgangers (1881) 1989-1957

Archiefbestanddelen