Terug naar zoekresultaten

2.21.428 Inventaris van het archief van Annie Averink (1913-1991)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.428
Inventaris van het archief van Annie Averink (1913-1991)

Auteur

J.A.A. Bervoets

Versie

25-11-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie Averink
Averink

Periodisering

archiefvorming: 1945-1991
oudste stuk - jongste stuk: 1934-1993

Archiefbloknummer

C26

Omvang

286 inventarisnummer(s); 2,35 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het, enkele stukken in het Maleis.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Enkele foto's.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Averink, Hanna Jacoba (1913-1991)
Ommeren, Anita van (1949-)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van Annie Averinks bevat stukken betreffende haar activiteiten in de Communistische Partij van Nederland en in de daarmee verbonden Nederlandse Vrouwenbeweging. Het bevat stukken als bestuurslid van de CPN, als lid van de Eerste Kamer en van diverse delegaties naar het buitenland, met name in China vlak na de revolutie van 1949. Haar intensieve banden met de PKI in Indonesië vinden ook hun neerslag in haar archief.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
(Onderstaande levensbeschrijving is integraal overgenomen uit het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. Auteur: Anita van Ommeren. URL: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Averink [28/09/2019]. © DVN, een project van Huygens ING en OGC [Universiteit van Utrecht])
Hanna Jacoba Averink (geb. Enschede 28-5-1913 – gest. Amsterdam 1-2-1991), voorvrouw CPN en kamerlid, actief in het verzet. Dochter van Willem Hendrikus Henlenardus Averink (1885-1957), koopman, later sigarenwinkelier en fotohandelaar, en Geesje Beute (1885-1957), fabrieksarbeidster, winkelierster, pensionhoudster. Annie Averink trouwde (1) op 9-10-1940 in Amsterdam met Cor Fels (1907-1962), elektricien; (2) na echtscheiding (15-4-1946) op 28-1-1948 in Haarlem met Eduard van Ommeren (1914-1990), woninginrichter. Huwelijk (1) bleef kinderloos, uit (2) werden 3 kinderen geboren.
Hanna (Annie) Averink werd geboren als middelste van drie dochters, van wie de andere twee kort na hun geboorte stierven. Haar ouders gingen kort na de dood van het derde kind uit elkaar. Haar moeder hertrouwde in 1918 met de Amsterdammer Johannes Mattheus Klein Sprokkelhorst, met wie zij een ‘winkel van sinkel’ dreef. Er werden nog drie halfzusjes en een halfbroer geboren, met wie Annie later een goede verstandhouding had. Toch voelde ze zich als kind soms niet welkom in het nieuwe gezin – zo vond ze als meisje een brief van haar stiefvader waarin hij haar moeder voorstelde Annie naar een kostschool te sturen. Haar moeder ging daarmee niet akkoord.
Bij de Jeugdbond
In 1925 verhuisde het gezin naar Wijk aan Zee, waar Annies moeder en stiefvader pension Ruimzicht begonnen. Toen het pension geen succes bleek, begon Annies stiefvader als vertegenwoordiger van Excelsiorstofzuigers. Het gezin verhuisde in 1926 naar de Indische Buurt in Amsterdam en een paar jaar later naar Betondorp. Op haar dertiende begon Annie met haar eerste baan: ze werd dienstmeisje bij een familie aan de Willemsparkweg, maar liep al snel weg. Hierna werkte ze in diverse ateliers waar lampenkappen werden gemaakt. Omdat Annies moeder vond dat haar dochter ook recht had op ontspanning na het werk, stuurde ze haar naar de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), de jeugdbond van de socialisten. De sfeer daar stond Annie niet aan, en aangetrokken door een affiche van de Communistische Jeugdbond de Zaaier meldde ze zich daar aan.
In 1930 werd de inmiddels zeventienjarige Annie als begeleider van een meisje en een jongen van 14 en 15 jaar uitgezonden naar een internationale ontmoeting van ‘pioniers’ – de jongsten in de communistische jeugdbeweging – in Berlijn. Aan het eind van dat verblijf ging haar reis onverwacht verder: ze reisde alleen met een Russisch schip via Hamburg naar Leningrad, en vandaar verder naar het pionierskamp Artek, destijds een kweekvijver voor jong communistisch talent uit de hele wereld. Aan boord was ook de latere partijleider Paul de Groot, die net als Annie voor het eerst in de Sovjet-Unie was.
Van 1933 tot 1935 werd Annie door de partij uitgezonden naar de Leninschool in Moskou. Behalve het historisch materialisme, de dialectiek en de geschiedenis van de arbeidersbeweging in bolsjewistische stijl omvatte het curriculum illegaal werk en spionage. Ook leerde ze er Russisch. Daarnaast maakte Annie in Moskou kennis met ballet- en operavoorstellingen en een zekere luxe levensstijl. In Moskou begon ze zich ook te verdiepen in de toekomst van Indonesië.
Verzet
Terug in Nederland ging Averink weer in een atelier voor lampenkappen werken. Daarnaast was ze actief in de partij. Zo werd ze in 1939 verantwoordelijk voor de ‘Gegnerarbeit’ in de Communistische Jeugdbond: het beschermen van de CJB tegen infiltranten. Ook werd ze na het Molotov-Ribbentroppact het land in gestuurd om het verbond van de Sovjet-Unie met nazi-Duitsland uit te leggen. Toen de partij aan het begin van de oorlog een correcte houding tegenover de bezetter eiste vanwege het Molotov-Ribbentroppact, toonde ze zich onafhankelijk: ze vertrouwde het niet en wist Duitse vrienden ervan te overtuigen toch onder te duiken. Ze bracht hen tijdelijk onder bij G.J.M. van het Reve, die ze kende als redacteur van De Tribune maar die met de partijleiding in conflict was. In het najaar van oorlogsjaar 1940 trouwde Annie met partijgenoot Cor Fels. Over dit huwelijk sprak ze na de oorlog als een ‘verstandshuwelijk, dan kon je tenminste iets voor elkaar doen’.
Bij de Februaristaking (1941) was Annie Averink actief: in Amsterdam Zuid verspreidde ze de stakingsoproep. Daarna stopte ze met werken en dook ze onder. Via 28 onderduikadressen wist ze steeds uit handen van de Duitsers te blijven. Ze was onder andere nauw betrokken bij een aantal pogingen om partijgenoten te bevrijden uit het Wilhelmina Gasthuis en uit kamp Vught – dat lukte enkele keren, maar ze waren net te laat om CPN-kopstuk Jan Postma te redden. Ze hield er levenslang nachtmerries aan over.
Na de arrestatie van de partijleiding werd Annie Averink in het voorjaar van 1944 aangesteld om in Haarlem voorman Jaap Brandenburg te vervangen, het netwerk weer op te bouwen en leiding te geven aan het verzetswerk. Behalve voor de verspreiding van De Waarheid en de hulp aan onderduikers was ze verantwoordelijk voor de instructie van het gewapend verzet, onder andere van de groep van Hannie Schaft en Cor Rusman. Ook had ze contact met in Zandvoort gelegerde Georgische militairen in Duitse krijgsdienst die een opstand voorbereidden – ze sprak immers Russisch.
Na de oorlog
Na de bevrijding nam Annie Averink deel aan de discussies over de nieuw op te bouwen Communistische Partij. Daarin koos ze steeds de zijde van Paul de Groot. Ze werd lid van het partijbestuur en actief in de Nederlandse Vrouwen Beweging (NVB), hoewel ze niet overtuigd was van de noodzaak van een aparte vrouwenorganisatie. Daarnaast werd ze in de Haarlemse gemeenteraad gekozen. Als lid van de Controle Commissie en vertrouweling van Paul de Groot werd ze een invloedrijk, maar altijd op de achtergrond opererend figuur in de leiding van de CPN.
Averink scheidde van Cor Fels en hertrouwde met Eep van Ommeren, met wie ze drie kinderen kreeg. Als kind had ze gezien hoe de kinderen van de textielbaronnen in Twente door personeel werden verzorgd en ook zijzelf besteedde veel van de zorg aan anderen uit om zich aan het partijwerk te wijden. Ze was vaak op reis. Voor de partij ging ze naar Tsjechoslowakije en de Sovjet-Unie, en in 1949 verbleef ze drie maanden in China. Daar maakte ze constituerende vergaderingen van de Chinese Volksrepubliek mee en legde ze in het diepste geheim contacten met Indonesische communisten (PKI).
De Koude Oorlogssfeer en de grilligheid van de partijlijn drongen ook in het privéleven van Annie Averink door. Eep van Ommeren verloor zijn vertrouwen in de partij toen de Joegoslavische leider Tito van de ene dag op de andere veranderde van een held in een ‘trotskistische boef’, maar uit loyaliteit aan zijn vrouw bleef hij nog tot 1975 lid. Annie Averink bleef loyaal aan Paul de Groot, ook toen zijn positie als partijleider werd aangevochten door CPN-leden die na de onthullingen van Chroesjtsjov ook het stalinistisch leiderschap in Nederland aanvielen. Een en ander leidde tot een pijnlijke breuk met oude kameraden uit de bezettingstijd, onder wie Rie Lips-Odinot, die uit de NVB werd gezet.
Averink zat van 1957 tot 1969 in het parlement: eerst in de Eerste Kamer, van 1966 tot 1967 in de Tweede Kamer en vervolgens weer in de Eerste Kamer. Na het kamerlidmaatschap bleef Averink actief in de NVB. Met de laatste lichtingen CPN-bestuurders onderhield Averink goede contacten, maar de onthullingen van de onbeschrijflijke wantoestanden in het ‘reëel bestaande socialisme’ grepen haar erg aan. Op haar sterfbed moest ze toegeven dat het socialistische ideaal nergens was verwezenlijkt en drukte ze haar kinderen op het hart zich vooral om hun naasten te bekommeren. Annie Averink stierf op 1 februari 1991 in het AMC, op 77-jarige leeftijd.
Literatuur
• Jolande Withuis, Opoffering en heroïek. De mentale wereld van een Communistische vrouwenorganisatie in naoorlogs Nederland 1946-1976 (Amsterdam 1990).
• Pauline Senn en Anita van Ommeren, Kameraden (1993) [tv-documentaire IKON].
• Jan Willem Stutje, De man die de weg wees. Leven en werk van Paul de Groot 1899-1986 (Amsterdam 2005).
Geschiedenis van het archiefbeheer
Archiefvorming is vanuit de communistische partijideologie belangrijk. Het werd van groot belang geacht dat de partij en zijn leden beschikten over feitenmateriaal dat juist de keerzijde van het imperialisme kon aantonen – met name in koloniale en postkoloniale gebieden. In Annie’s correspondentie bevinden zich partijinstructies over de verantwoording die zij heeft voor de documentatie die zij in het belang van de partij dient bij te houden. Met name gegevens met betrekking tot de ontwikkeling van Indonesië. Dit heeft als gevolg dat zij een tijdlang zelf het beheer heeft gehad over de partijcorrespondentie die daarop betrekking heeft.
Na haar overlijden kwam het archief van Annie Averink onder beheer van haar dochter Anita van Ommeren. Die breidde het archief uit met gegevens uit eigen historisch onderzoek in het archief van de partij en andere communisten. Bovendien stelde zij stukken ter beschikking voor historisch onderzoek aan derden door ze uit te lenen en van een stempel te voorzien. Van het bestand belandde in 1994 een deel bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, waar het door middel van een inventaris werd ontsloten. In maart 2005 werd het restant door Anita van Ommeren aan het Nationaal Archief in beweging gegeven.
De verwerving van het archief
Het archief is in langdurig beheer, niet in eigendom verkregen.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
In het archief zijn sporen aangetroffen van een oorspronkelijke ordening door Annie Averink op een aantal onderwerpen en van herordening van het archief voor nader historisch onderzoek door haar dochter Anita. Een groot deel van de oorspronkelijke structuur is na beschikbaarstelling van enkele stukken voor historisch onderzoek en selectie van materiaal voor overdracht aan het IISG verloren gegaan. In de aangetroffen structuur zijn geen aanknopingspunten gevonden voor een door de archiefvormer gevormde structuur, zodat de inventarisator een eigen systematiek moest toepassen.
Het bestand in het Nationaal Archief onderscheidt zich van het bestand in het IISG door de aanwezigheid van meer persoonlijke correspondentie en de aanwezigheid van partijdrukwerk van de CPN dat als visuele documentatie kan worden bewaard voor eventuele tentoonstellingen. Ook bevinden er zich verzamelde aanvullingen door Anita van Ommeren. Uit het archief kan men opmaken hoezeer het persoonlijk leven van de archiefvormer verbonden was met de CPN. Veel nationale en internationale vriendschapsrelaties, met name haar solidariteit met vervolgde leden van de Indonesische PKI, hebben vaak tot persoonlijke briefwisseling geleid.
Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij de bewerking niets vernietigd.
Aanvullingen
Aanvullingen op het archief worden niet verwacht.
Verantwoording van de bewerking
De inventarisatie van het archief werd in 2019 voltooid door J.A.A. Bervoets, werkzaam als vrijwilliger bij het Nationaal Archief.
Ordening van het archief
Het archief is ingedeeld - zoals bij persoonlijke archieven gebruikelijk - naar stukken met een persoonlijk karakter en stukken voortvloeiend uit maatschappelijke activiteiten. Daarnaast is de documentatie, bestaande uit foto's en verzamelde stukken, in afzonderlijke rubrieken beschreven.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie Averink, nummer toegang 2.21.428, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Averink, 2.21.428, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Een gedeelte van het archief bevindt zich in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam als ARCH00249: het archief van Annie Averink (1913-1991) over de jaren 1932-1986.

Archiefbestanddelen