2.09.16 Inventaris van het dossierarchief van het Nederlandse Beheersinstituut (NBI), en van de in beslag genomen administraties, 1945-1967
Het Nederlandse Beheersinstittuut was na de Tweede Wereldoorlog belast met beheer van vorderingen, vijandelijke vermogens en ontbonden [gelijkgeschakelde en nationaal-socialistische] instellingen. Daarnaast trof het NBI voorzieningen i.v.m. bewindvoering voor rechtsrpersonen en afwezigen (veelalniet-teruggekeerde joden). Tenslotte was het belast met de uitvoering van verbeurdverklaringen. Dit archief van het Nederlandse Beheersinstittuut bestaat uit de bij het NBI gedeponeerde archieven ("bijzondere beheren") en de beheersdossiers (alfabetisch op naam van de eigenaar). Dedocumenten in het archief betreffen veelal stukken betreffende het vermogen en bedrijfsvoering (accountantsverklaringen, begrotingen, jaarverslagen, rapportages en correspondenties.Lees meerLees minder
Nederlandse Beheersinstituut (NBI): Beheersdossiers
Ned. Beheersinstituut / Beheersdossiers
Periodisering
archiefvorming: 1945-1967
oudste stuk - jongste stuk: 1929-1967
Archiefbloknummer
J25552
Omvang
; 1532 inventarisnummer(s) 2689,10 meter
Taal van het archiefmateriaal
Het merendeel der stukken is in het.Een klein gedeelte is gesteld in talen als het,en.
Nederlands
Duits
Engels
Frans
Soort archiefmateriaal
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.
Archiefdienst
Nationaal Archief
Locatie
Den Haag
Archiefvormers
Het Nederlandse Beheersinstituut (1945-1967)
Samenvatting van de inhoud van het archief
Het Nederlandse Beheersinstittuut was na de Tweede Wereldoorlog belast met beheer van vorderingen, vijandelijke vermogens en ontbonden [gelijkgeschakelde en nationaal-socialistische] instellingen. Daarnaast trof het NBI voorzieningen i.v.m. bewindvoering voor rechtsrpersonen en afwezigen (veelal niet-teruggekeerde joden). Tenslotte was het belast met de uitvoering van verbeurdverklaringen. Dit archief van het Nederlandse Beheersinstittuut bestaat uit de bij het NBI gedeponeerde archieven ("bijzondere beheren") en de beheersdossiers (alfabetisch op naam van de eigenaar). De documenten in het archief betreffen veelal stukken betreffende het vermogen en bedrijfsvoering (accountantsverklaringen, begrotingen, jaarverslagen, rapportages en correspondenties.
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
Oprichting
Bij K.B. van 9 augustus 1945 werden ingesteld de Raad voor het Rechtsherstel, bedoeld in art. 4 van het Besluit Herstel Rechtsverkeer (K.B. van 17 september 1944, Staatsblad E 100) en het daar als onderdeel van diens Afdeling Beheer formeel deel van uitmakende Nederlandse Beheersinstituut, bedoeld in art. 33 van het Besluit Vijandelijk Vermogen (K.B. van 20 oktober 1944, Staatsblad E 133). Alle drie waren publiekrechtelijke rechtspersonen.
Taak
De taak (gedelegeerd door de Raad voor het Rechtsherstel) van het Instituut bestond uit:
Het beheer over "landverraderlijke vermogens" (van politieke delinquenten en -organisaties, krachtens de Besluiten E 133 en E 102.
Het treffen van voorzieningen in verband met bewindvoering voor rechtspersonen en afwezigen (hoofdzakelijk niet teruggekeerde joden), krachtens het Besluit E 100.
Het beheer over vijandelijke vermogens, krachtens het Besluit E 133.
Het beheer van het vermogen van tijdens de bezetting gecreëerde en na de bezetting van rechtswege ontbonden instellingen, krachtens het Besluit E 93.
Het beheer over vorderingen krachtens de Rijksmarkenwet Stb. H 251.
De effectuering van verbeurdverklaringen ten laste van politieke delinquenten, krachtens het Besluit H 336 en het Tribunaalbesluit E 101.
Een groot aantal bevoegdheden op deze terreinen was op grond van wettelijke regelingen aan het NBI (gedelegeerd) toegewezen.
Toezicht op de taakuitvoering
Op de toepassing van het Besluit E 133 oefenden krachtens art. 4 juncto 50 van dat besluit toezicht uit: de ministers van Justitie, van Financiën, van Handel, Nijverheid en Landbouw en van Koloniën.
De minister van Justitie was als eerste ondertekenaar ook verantwoordelijk voor terbeschikkingstelling van begrotingsgelden en de controle op de besteding daarvan. Met hem vond tevens geregeld overleg plaats over vraagstukken van uitvoering van NBI-werk. Additionele financiële middelen werden gevormd door de heffingen die het NBI kon opleggen en waarvan de grootte afhing van de omvang van het vermogen, b.v. 2% voor vermogens kleiner dan fl. 100.000 en 0,5% voor vermogens van fl. 1 miljoen gulden of meer.
Ook de afdeling Beheer van de Raad voor het Rechtsherstel, die haar taak aan het NBI gedelegeerd had, hield uiteraard een vinger aan de pols. Slechts voor de dagelijkse leiding was het NBI autonoom, in andere gevallen moest de voorzitter van de afdeling Beheer ingeschakeld worden voor actie of overleg. De Afdeling Rechtspraak of de voorzitter van de Raad kon als appèlrechter functioneren bij klachten inzake besluiten en handelingen van het NBI.
Organisatie en werkwijze
Het opsporen, beheren en liquideren van grote en kleine vermogens(bestanddelen) strekte zich uit over meer dan 150.000 gevallen. Daarvoor was een groot apparaat noodzakelijk (o.m. 2000 stafleden, 20.000 bewindvoerders en een onbekend, maar groot aantal beheerders). De directie of het hoofdkantoor werd landelijk dan ook bijgestaan door Vertegenwoordigers van het NBI (Inspecteurs van de Belastingen), aan wie een flink gedeelte van de bevoegdheden van het NBI was gedelegeerd. Het aantal Vertegenwoordigers fluctueerde in de loop der jaren. Het grootste aantal vertegenwoordigingen in het land heeft 64 bedragen. Daar waar de werkzaamheden van de Vertegenwoordigers erg omvangrijk waren, werden aparte "Bureaus van het Nederlandse Beheersinstituut" opgericht. Dit was b.v. het geval in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. De Vertegenwoordigers werden bijgestaan door plaatselijke Adviescommissies voor Rechtsherstel en Beheer.
De organisatie van het hoofdkantoor is in de loop van het bestaan van het NBI, zoals gebruikelijk en te verwachten is, enkele malen gewijzigd. Constanten in de organisatie zijn de afdelingen Beheer en Juridische Zaken en sinds eind 1946 het tot het Hoofdkantoor behorende Bureau/Afdeling Bijzondere Beheren. ( Voor een vervolgen van de veranderende organisatie wordt verwezen naar de jaarverslagen in de inv.nrs. 165, 166, 313 en 19027-19038. ) Tot slot kan nog gemeld worden dat in Nederlands Indië, Curaçao en Suriname alsmede in Brussel, Londen, Parijs en New York bijkantoren van het NBI gevestigd zijn geweest.
Volgens de betreffende regelingen waren zowel bezitters van vijandelijke als van landverraderlijke vermogens verplicht tot aangifte bij het NBI. Bij de opsporing van niet aangegeven vermogens werd het NBI bijgestaan door de Centrale Vermogens Opsporingsdienst.
Voor het werk door de afdelingen werd een Handleiding voor het NBI ingericht (met trefwoordenregister), waarbij aan de hand van de wettelijke regelingen waar het werk van het NBI op stoelt, aanwijzingen voor de uitvoering gegeven worden. Deze bevinden zich in meerdere (maar wellicht niet alle gelijke) exemplaren in het archief (inv.nr. 314, 21264 en 21265). Instructies voor het werk zijn ook te vinden in de Leidraad voor de toepassing van het Besluit Herstel Rechtsverkeer en het Besluit Vijandelijk Vermogen, een uitgave van het NBI.
Het NBI is op 1 augustus 1945 formeel met zijn werkzaamheden begonnen door te starten met overname van de werkzaamheden van het Militair Commissariaat voor het Rechtsherstel, een onderdeel van de Staf Militair Gezag. Door de verwarde situatie in het land duurde het enige tijd voordat het NBI ook de facto het beheer ter hand kon nemen. De werkzaamheden van het NBI hadden betrekking op "bestuur", "bewind" en "beheer".
Van "bestuur" was sprake in gevallen, waarin rechtspersonen door omstandigheden niet in staat waren zelf in hun bestuur te voorzien of waarin in rechtspersonen meer dan 50% van het kapitaal in handen was van vijandelijke onderdanen of van N.S.B. ers. In het eerste geval heeft het NBI na de benoeming geen bemoeienis met het bestuur en wordt geen heffing maar een eenmalige retributie geheven; in het tweede geval wordt een bestuurder benoemd met de instructie als van een beheerder en wordt er een heffing geheven. "Bewind" werd slechts gevoerd over vermogens van afwezigen, waarvan het vermogen niet aan de Staat zou toevallen. Hoewel de bewindvoerders (ca. 20.000) een instructie hadden, die grotendeels overeenstemde met die van de beheerders, was hun positie een geheel andere. De bewindvoerder was niet de verlengde arm van het NBI, maar een zelfstandige, die alleen zijn benoeming en bevoegdheden aan het NBI ontleende, maar overigens zelf het bewind voerde en aansprakelijk was. Bij wanbeheer van de bewindvoerder kon het NBI hem ontslaan, doch geen verantwoording eisen. Dit moest via andere wegen geschieden. De bewindvoerders konden ook rechtspersonen zijn, zoals b.v. de Stichting Bewindvoering Afwezigen en Onbeheerde Nalatenschappen.
Het "beheer" van het NBI omvatte meer dan het beheer zoals dat in het spraakgebruik gehanteerd wordt. Volgens art. 11 van E 133 bestond beheer uit beheren, bewaren en liquideren. Dat laatste is het bijzondere aan dit begrip beheer. Men kon dus tot liquidatie overgaan, niet alleen als het in het belang van het beheerde vermogen of in het belang van de schuldeisers was, maar ook als het niet in hun belang was, doch in het algemeen belang of werd gevorderd door de juiste verhoudingen in een tak van bedrijf of beroep. Behalve voor het liquideren van vermogens in het belang van particulieren waren er beletselen geschapen voor het ten onrechte overgaan tot liquidatie doordat toestemming van de procureur-fiscaal en/of de minister van Economische Zaken vereist was. Het beheer diende overigens te geschieden "als een goed huisvader", hetgeen een actief beheer inhield.
De beheerders werden in het algemeen benoemd door de Vertegenwoordigers van NBI. Zij waren gebonden aan een uitvoerige instructie, die toegesneden was op beheerders van bedrijven, maar van overeenkomstige toepassing was voor bewindvoerders voor afwezigen en de andere beheerders. Zij waren o.m. gebonden aan geheimhouding en indiening van beginverslag, kwartaal- en jaarverslag en rekening en verantwoording aan het eind van het beheer. Een en ander werd gecontroleerd door een accountant. De vergoeding voor de werkzaamheden van de beheerder werd vastgesteld door het NBI. Het honorarium bedroeg voor het beheer van privé vermogens 1,4% van het actief vermogen per jaar, met een maximum van fl. 1000,--. Voor het beheer van bedrijfsvermogens gold dat het salaris hetzelfde moest zijn aan dat van de afgezette directeur, met een maximum van fl. 15.000,-- per jaar, ook bij beheer van meer dan één bedrijfsvermogen. Het beheerde vermogen mocht tevens belast worden voor vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met het beheer.
Door het NBI werd gestreefd naar zoveel mogelijk beheer in eigen hand ten koste van het beheer door niet tot het NBI behorende beheerders. Soms werden daarmee binnen het NBI speciale commissies belast, zoals b.v. de Commissie Beheer Vaartuigen en de Commissie Beheer Vermogen van Vijandelijke Verzekeringen. Sommige vermogensbestanddelen werden geacht echter beter door speciale (soms alleen technische) beheerders buiten het NBI, maar wel rechtstreekse financiële verantwoording aan het NBI, uitgevoerd te kunnen worden. Deze konden al of niet door het NBI opgericht zijn. Zo waren er o.a. de Stichting Beheer Vijandelijke Octrooien en Merken, de Nederlandse Kastelenstichting, de Stichting Algemeen Beheer voor Draf- en Renpaarden, de Stichting Nederlands Kunstbezit, de Stichting Pleziervaartuigen, de Provinciale Voedselcommissarissen (beheer landbouwbedrijven en -gronden), de Rijksbureaus voor Handel en Nijverheid (grondstoffen en halffabrikaten), het Staatsbosbeheer (bospercelen) enz.. ( Voor een beschrijving van alle beheershandelingen en de uitvoering daarvan door de diverse organisatie-onderdelen wordt verwezen naar de eerder genoemde jaarverslagen en handleidingen. )
Het beheer kon beëindigd worden door ontvijanding (vijandelijk vermogen) of door buitenvervolgingstelling of beschikkingen van tribunalen/kantonrechters, Bijzondere Gerechtshoven of de Minister van Justitie. (vermogens van politieke delinquenten). Van alle beschikkingen, handelingen, uitspraken etc. van het NBI stond aan belanghebbenden beroep open bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad voor het Rechtsherstel. Om de Raad te ontlasten van het grote aantal beroepen (van voornamelijk politieke delinquenten) zijn in oktober 1948 Commissies Beheersconflicten ingesteld, waarvan de uitspraken door het NBI in acht werden genomen.
Opheffing
Bij rijkswet van 9 maart 1967, in werking getreden op 1 juni 1967, werd de Raad voor het Rechtsherstel met zijn afdelingen en organen (dus ook het NBI) opgeheven - met uitzondering van de afdeling Effectenregistratie -, omdat de werkzaamheden van de Raad grotendeels voltooid waren. Voor zover taken nog niet afgelopen waren werden deze door andere organen (o.a. het ministerie van Justitie) overgenomen. Voor het effectenrechtsherstel bleef de Afdeling Effectenregistratie nog actief tot aan de opheffing bij wet van 7 januari 1971 stb. 1, in werking getreden op 1 oktober 1971.
De liquidatie van aan de Staat vervallen Duitse vermogens heeft fl. 750 miljoen gulden opgebracht, terwijl de kosten van het NBI fl. 100 miljoen gulden bedroegen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Na de opheffing van de Raad voor het Rechtsherstel en zijn onderhorigheden kwamen de archieven, voornamelijk bestaande uit de papieren neerslag van de activiteiten van het NBI, in beheer bij de afdeling Post- en Archiefzaken van het ministerie van Justitie onder de naam "depot NBI-archief". Uit dit bestand was voordien al irregulier en in 1966 regulier (ca. 30 ton archief van Nederlandse en vijandelijke bedrijfsadministraties) vernietigd.
Ook was in 1965 al een en ander daaruit overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. Om administratieve redenen (verstrekking van toelichtingen aan rechthebbenden) was Justitie verplicht het archief te beheren tot 1 januari 1975. Daarna wenste men over te gaan tot integrale vernietiging van het archiefbestand (ca. 4500 m). Op een verzoek om advies aan de Algemene Rijksarchivaris is hierop negatief gereageerd. Voor de kort hierop volgende overdracht aan het Algemeen Rijksarchief is wel een en ander regulier vernietigd, zodat het bestand, beschreven in deze plaatsingslijst en in inventaris 2.09.49 ca. 2500 m bedraagt.
De gedeponeerde archivalia van de Stichting Nederlands Kunstbezit zijn in 1985 ter inventarisatie overgedragen aan het Ministerie van Financiën, waar het leeuwendeel van dat archief berustte. De verschillende archieven bestaan uit bundels stukken betreffende een bepaalde onderwerp of een bepaalde zaak/zaken en uit series, kaartsystemen en documenten in een niet al te systematisch of systeemloos verband. De niet op het vinden van gegevens omtrent een bepaald beheerd vermogen ingestelde onderzoeker zal op een moeizame speurtocht moeten rekenen. Bestudering van jaarverslagen, circulaires, handleidingen en accountantsrapporten kunnen in eerste instantie hulp bieden. Verspreid door het archief komen ingangen voor in de vorm van brievenboeken, agenda's, kaartsystemen en registers.
Uiteraard zijn gegevens over de taakuitvoering van het NBI ook te vinden in de archieven van de talloze instanties waar het NBI contact mee had en die in deze inleiding voor een gedeelte genoemd zijn. In hoeverre de archieven daarvan bewaard zijn is na te zoeken in de diverse gepubliceerde en ongepubliceerde archievenoverzichten. Het merendeel is aanwezig bij de Rijksarchiefdienst, het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Financiën. Verscheidene archieven/archiefgedeelten zijn vernietigd; van andere is onbekend of ze nog ergens berusten.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
In het deel "Bijzondere beheren" bevinden zich archieven van de volgende instellingen en bedrijven:
Rijksstichting Nederland
N.G.V. (Niederlandische Grundstückverwaltung)
Aero-bank
Verbond van Nederlandse Journalisten
Technische Noodhulp
Weerafdeling (WA)
Volksche Werkgemeenschap
National Sozialistische Volkswohlfahrt (N.S.V.)
Bank voor Nederlandsche Arbeid N.V.
Nederlandsche Landstand
Nedederlandsche Volksdienst
Stichting Ned. Letterkunde
Adm. De Bilt
Nederlandse Artsenkamer
Winterhulp Nederland
Germaanse S.S.
Devisenschutz-kommando (D.S.K. 1)
Nedederlandse Kultuurkamer
Nederlandse Vereninging van Ziekenfondsartsen e.a.
Nachlassverwalter Franssen
Deutsche Wehrmacht
NSB
Nationaal-Socialistische Vrouwen Organisatie
Nationaal Tehuis
Nederlands-Duitse Kultuurgemeenschap
C.N.C.V. (Commissaris voor de Niet-Commerciële Verenigingen)
Westland-uitgeverij
N.A.G.U. (Niederl. A.G. für Abwicklung v. Unternehmungen)
Na 1 januari 1975 wenste men over te gaan tot integrale vernietiging van het archiefbestand (c. 4500 m').Op een verzoek om advies aan de Algemene Rijksarchivaris is hierop negatief gereageerd. Voor de kort hierop volgende overdracht aan het Algemeen Rijksarchief is wel een en ander regulier vernietigd, zodat het totale bestand, beschreven in deze inventaris en in plaatsingslijst 2.09.49 ca. 2500 m' bedraagt.
Van de oorspronkelijke ca. 81 meter is 52 meter voor bewaring aangewezen. Als vreemd archief is afgescheiden 1,5 m, terwijl stukken betreffende individuele personen of bedrijven, omvang ca. 1 m, apart zijn gehouden. Derhalve komt 26,5 meter archief voor vernietiging in aanmerking, hetgeen neerkomt op een percentage van ca. 32. De selectie is uitgevoerd aan de hand van selectiecriteria die zijn opgesteld door de afdeling Dienstverlening van het Algemeen Rijksarchief en vastgelegd in de 'Eindproduktbepaling bewerking archieven van het Nederlandse Beheersinstituut 1945-1967', samengesteld door H.A.J. van Schie.
Verantwoording van de bewerking
De beheersdossiers zijn opnieuw bewerkt in de jaren 1997 - 2001. Ze zijn toegankelijk via een database, en aanvraagbaar onder het nummer toegang 2.09.16. Ze zijn genummerd 2000 - 6566 en 26001 - 205430.
In deze toegang zijn nog beschreven het bewaard gebleven gedeelte van de door het NBI in beslag genomen bedrijfsadministraties onder de inventarisnummers 523 - 1154 en 21522 - 21572.
Ordening van het archief
Het archief is archieftechnisch gezien eigenlijk een complex van archieven. Te onderscheiden zijn: het archief van het Hoofdkantoor, bestaande uit min of meer zelfstandig opgezette delen (met name dat gevormd door het Bureau Bijzondere Beheren), bij het NBI gedeponeerde archieven van zelfstandige beheerders en van Vertegenwoordigers en tenslotte een bestand, de beheersdossiers (alfabetisch op naam van de eigenaar) samengesteld uit de archieven van de verschillende archiefvormers binnen het NBI. Het archief van het hoofdkantoor is inmiddels opnieuw geïnventariseerd in inventaris 2.09.49. De functie en oorsprong van een aantal kaartsystemen in het archief is in het kader van het maken van deze eenvoudige plaatsingslijst nog niet opgehelderd. Dit zal moeten gebeuren bij de definitieve inventarisatie van het archief.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Beheersinstituut (NBI): Beheersdossiers, nummer toegang 2.09.16, inventarisnummer ...
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
2.09.49 - Inventaris van het archief van het Nederlandse Beheersinstituut (NBI): Hoofdkantoor, (1944) 1945-1967
2.19.288 - Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis: Informatiebureau - Persoonsdossiers Europees
2.19.289 - Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis: B Persoonsdossiers Duitse Militairen en Nederlanders in Duitse Dienst
2.19.291 - Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis: S-Persoonsdossiers
2.19.292 - Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis: X-Persoonsdossiers
2.19.293 - Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis: Y-Persoonsdossiers
2.19.299 – Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode kruis: Informatiebureau - Nederlanders in Sovjet-zone of Krijgsgevangenkamp
2.19.322 - Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis: Informatiebureau - Eigen Archief
Publicaties
Over het NBI en zijn werkzaamheden zijn tot nog toe geen monografieën verschenen. De ongetwijfeld in kranten en tijdschriften verschenen beschouwingen over het NBI kunnen in het kader van deze eenvoudige plaatsingslijst niet genoemd worden. Als literatuurverwijzing moet volstaan worden met het noemen van het standaardwerk van. dr. L de Jong: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog . (Leiden, 1988), hoofdstuk 6 van deel 12, 2e helft
Bijlagen
Bijlage 1
Specificatie van de inhoud van de dossiers van de beheerders van Rebholz'bankierskantoor (inv.nrs. 6845-6883).
Doss.nr.
Omschrijving dossierinhoud
1
Rechtsherstelkwestie F. Diepeveen, G.J. Groen, J. Venema via mr. E.J. Korthal Altes
Bogota-aandelen + aandelen Nederlandse Bankinstellingen / uitleveringen aan de agent Ministerie van Financiën
51
Obligaties Kopenhagen en Oslo
52
Realisatie van vermogensbestanddelen in buitenlandse valuta in de vermogens van Otto en Erna Rebholz
53
$ 5.000,- 4% Duitsland 1924 Hollandse Bank Unie
54
Hongaarse stukken / Hongarije Reichskrediet
55
fl. 1.000,- nominaal Unilever erven L. Stibbe contra A. van Dort-Beek
56
Loeb, Rhoades & Co/Deutsche Golddisconto Bank
57
Diverse Verwervingsverklaringen / Buitenlandse fondsen
101
Bioscoopbedrijf Victoria
102
Meubilair gravin Van Limburg Stirum
103
Meubilair en Schilderijen fam. Rebholz
104
Schilderijen (W. de Pont)
105
Schilderijen (Jan van Goyen); Gezicht op Nijmegen
106
O. Rebholz/G.J. Harmsen/A.S. Hessicator / J.W. Metz
107
Transactie aandelen Mines de Bou Arfa
108
Villa Helmhorst
109
Perceel J.J. Viottastraat 36 te Amsterdam
110
Perceel J.J. Viottastraat 36 te Amsterdam
111
Geblokkeerde Dollar-saldi
112
Aandelen Algemene Kunstzijde Unie (AKU) NV (D. Bingham)
113
Federal Tax
114
Geblokkeerde Markenbelasting
115
Belastingen O. en E. Rebholz
116
Geblokkeerde activa in Engeland
117
Schade Enquête Commissie
118
Levensverzekeringen
119
Rechtsherstel inzake Sanders
120
Vereniging voor de Effectenhandel
121
Mevr. Heijstee/Benischek
122
Buitenlandse activa
123
Passbuch The Omega Corporation Spokane
124
Aandelen Enkes- Münninghof
125
Blokkering en deblokkering banktegoeden
126
G.J. Harmsen te Ellecom, belastingen inzake aandelen Enkes
127
Postzegels eigendom van Trayko Petkoff te Sofia
128
Schilderij van Rembrandt Harmensz. van Rijn; Man met Zwaard
129
Afdeling Inter-Allied Reparation Agency-fondsen
130
Terugvordering goederen Rebholz uit Duitsland naar Nederland
131
Lippmann, Rosenthal & Co. te Amsterdam, regresaanspraak fl. 1.600.000,-
132
Lippmann, Rosenthal & Co. te Amsterdam, liquidatie van Verwaltung Sarphatistraat (LVVS); diversen
133
Duitsland I; vrijgave van tot het Duits vijandelijk vermogen behorende Duitse in Rijksmarken luidende effecten
134
Duitsland II; Berliner Handels Gesellschaft, Berliner Handels Bank, Berliner Disconto Bank, Sponholz & Co Bank Kommandit Gesellschaft, Firma Leising & Co, Bayerische Hypotheken- und Wechselbank, Badische Bank Karlsruhe; correspondentie diverse Duitse banken
135
NV Handelsmaatschappij Poortensdijk te Den Haag
136
Stockholms Enskilda Bank
137
Saldobevestigingen; uittreksel aan klanten van hun rekeningen per 31-12-1950
138
Saldobevestigingen; Uittreksel aan klanten van hun rekeningen per 31-12-1951
139
Saldobevestigingen; Uittreksel aan klanten van hun rekeningen per 31-12-1952
140
Deutsche Revisions- und Treuhand A.G. (DRT-kwesties)
141
Huur- en bruikleencontracten Overzeesche Cultuur- en Handel Maatschappij N.V., Commissie voor Aangehouden Lading (COVAL)
142
Inventarislijsten Rebholz’ Bankierskantoor
143
Kasgeldleningen van gemeentes
144
Antwoord op Rapport van de Centrale Accountantsdienst (CAD) van het Ministerie van Financiën
145
Dollar-rekening W.L. Cohen te Overveen
146
Aangifte- en aanbiedingsformulieren Nederlandsche Bank van vorderingen over 1946-1949 op niet-ingezetenen
147
Nog te betalen rekeningen
148
Aangifte Vijandelijk Vermogen
149
Onderzoek naar de vaststelling van de cijfers van het tijdens de oorlog verdwenen bezit aan RM-effecten, J.P. van Kats (F. Leeser)
150
Accountantsrapporten van de beheerders
151
Verklaringen aan the Finance Branch te Düsseldorf van J. Lubbers en J.P. van Kats inzake eigendommen van O. en E. Rebholz
152
Correspondentie inzake koop en verkoop van aandelen
153
Guldenswaarden van niet-ingezetenen
154
Grondheffingsaanslagen NBI
155
Lijsten met vermelding van de crediteuren van het Rebholz’ Bankierskantoor
156
Unterdepots/-konto O. Rebholz; verzoeken aan banken om het conto ten gunste van een nieuw conto waarover alleen O. Rebholz gerechtigd is te beschikken
157
Van Santen, bestuurder; Politiek testament van O. Rebholz
158
Circulaires van het Ministerie van Financiën aan de leden van de Bedrijfsgroep Handelsbanken en Landbouwkredietinstellingen
159
Rekeningen inzake bewaarloon van in het depot liggende waardepapieren, depotopgaven, etc.
160
Besluit van 22 mei 1943, no. D16; benoemingen tot beheerders; uittreksel Handelsregister, etc.
161
Rekening-courant uittreksel aan klanten van hun rekeningen per 31-12-1950
162
Onderhandelingen over de verkoop van industrieterrein te Doesburg met o.a. Zellenbetonwerke GMBH en Ferrocal te Doesburg
163
Secretariatkonto; aankoop aandelen door o.a. Wodan handelsmaatschappij N.V. in opdracht van Kantoor voor Beleggingen Rotterdam en de levering van verkochte Duitse effecten door Handel Maatschappij H. Albert de Bary & Co. N.V. aan Rebholz’ Effectenkantoor
164
Secretariatkonto; door o.a. Rhodius Koenigs Handel Maatschappij N.V., Handel Maatschappij H. Albert de Bary & Co. N.V. en Wodan handelsmaatschappij N.V. gekochte effecten voor Rebholz’ Effectenkantoor
187
Beheer vermogen Rebholz'Bankierskantoor, O. Rebholz en mw Rebholz-Schröter
188
Overzichten effectentransacties 1940-1950
189
Verzoeken om teruggave vermogen O. Rebholz en mw Rebholz-Schröter
206
Effecten berustend in de oostzone van Berlijn
207
Kredietverstrekking aan J.C. ven der Horst te Driehuis
De nrs. 1155 - 1999 bestaan niet De nrs. 2000 - 6566 betreffen de beheersdossiers, welke met behulp van een database toegankelijk zijn. De nrs. 26001 - 205430 betreffen de beheersdossiers, welke met behulp van een database toegankelijk zijn.
De NV is voor 98% eigenaar van het kapitaal van de Duitse Gesellschaft zur Verwertung von Grundstücken (GmbH); Dossier Grundstückverwaltung BI 1845; in inv.nr. 6625 bevindt zich een toegang op dit dossier
Deze vertaling is automatisch gegenereerd en kan fouten bevatten. Pagina's die persoonlijke informatie bevatten worden vanwege de privacy niet automatisch vertaald en zijn alleen beschikbaar in het Engels. Lees hier meer over onze vertaalde website.