- Author
- Year
- 2013
- Title
- Ktr. Bergen op Zoom (rolnr. 776084 AZ VERZ 13-89, ECLI:NL:RBZWB:2013:5655: ontbinding arbeidsovereenkomst 75-jarige werkneemster, geen objectieve rechtvaardigingsgrond voor leeftijdsonderscheid)
- Journal
- Jurisprudentie Arbeidsrecht
- Volume | Issue number
- 2013 | 14
- Article number
- 235
- Pages (from-to)
- 1737-1741
- Court
- Ktr. Bergen op Zoom
- Date of Judgement
- 03-07-2013
- Document type
- Case note
- Faculty
- Faculty of Law (FdR)
- Institute
- Hugo Sinzheimer Instituut (HSI)
- Abstract
-
De werkgever, marktleider op het gebied van tuincentra, en de werkneemster zijn verdeeld over de vraag of de 75-jarige leeftijd van de werkneemster een gewichtige reden vormt voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter overweegt dat art. 3 onder c WGBLA bepaalt dat het niet is toegestaan onderscheid naar leeftijd te maken bij het aangaan en het beëindigen van een arbeidsverhouding. Hierop staan in art. 7 drie uitzonderingen genoemd. De eerste uitzondering - onderscheid dat is gebaseerd op een bij of krachtens wet vastgesteld werkgelegenheids- of arbeidsmarktbeleid - doet zich hier niet voor. Evenmin is de tweede uitzondering relevant, namelijk dat sprake is van een beëindiging van de arbeidsverhouding in verband met het bereiken van de AOW-leeftijd. Integendeel, de arbeidsovereenkomst tussen partijen is twee weken voordat de werkneemster de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikte, voor onbepaalde tijd voortgezet. Haar leeftijd vormde daartoe geen beletsel. Van een bij of krachtens wet vastgestelde, of overeengekomen hogere leeftijd waarop de arbeidsverhouding zou eindigen, is evenmin gebleken. Voor een geslaagd beroep op de derde uitzondering - een andere objectieve rechtvaardigingsgrond - dient sprake te zijn van zwaarwegende bedrijfsbelangen. De door de werkgever gestelde vrijheid van inrichting noch een leeftijd van 75 jaar leveren als zodanig zwaarwegende bedrijfsbelangen op. Het standpunt van de werkgever dat het een feit van algemene bekendheid is dat een zodanig voortschrijdende leeftijd het risico op arbeidsongeschiktheid aanmerkelijk vergroot en dat ontbinding daarom gerechtvaardigd is, kan niet slagen, aangezien dit zou betekenen dat het enkele ouder worden van de werknemer voldoende zou kunnen zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Bovendien kan een verhoogde kans op arbeidsongeschiktheid - voor zover al aanwezig - niet leiden tot een objectieve rechtvaardiging van het bij beëindiging van het dienstverband op grond van leeftijd onderscheid maken tussen werknemers. Het ontbindingsverzoek wordt afgewezen.
NB. Voor ontslag op eerdere leeftijd dan de pensioengerechtigde is ook een objectieve rechtvaardigingsgrond nodig. Vgl. «JAR» 2011/97, «JAR» 2010/4 en «JAR» 2009/231. Ontslag bij het bereiken van de AOW-leeftijd of een andere pensioengerechtigde leeftijd wordt in de regel zonder meer gerechtvaardigd bevonden. Vgl. «JAR» 2013/88 en HvJ EU, «JAR» 2012/211. - Link
- Link
- Language
- Dutch
- Persistent Identifier
- https://hdl.handle.net/11245/1.408475
Disclaimer/Complaints regulations
If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library, or send a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.