- Author
- Year
- 2013
- Title
- Hof Amsterdam (OK) (rolnr. 200.125.814/01 OK, ECLI:NL:GHAMS:2013:2336: besluit ondernemer ingegeven door concernbelang, andere belangen niet meegewogen, geen wezenlijke invloed ondernemingsraad, besluit kennelijk onredelijk)
- Journal
- Jurisprudentie Arbeidsrecht
- Volume | Issue number
- 2013 | 13
- Article number
- 223
- Pages (from-to)
- 1649-1659
- Court
- Hof Amsterdam
- Date of Judgement
- 09-07-2013
- Document type
- Case note
- Faculty
- Faculty of Law (FdR)
- Institute
- Hugo Sinzheimer Instituut (HSI)
- Abstract
-
WINL is onderdeel van een multinationale groep van ondernemingen die zich richt op producten op het gebied van water(leiding). Aan het hoofd van het concern staat een Amerikaanse vennootschap. WINL is een dochtermaatschappij van WIEU, Watts Industries Europe BV. Bij WINL zijn 38 werknemers in dienst. Een deel van het werk is uitbesteed aan de sociale werkvoorziening. In het najaar van 2011 is een deel van de assemblageactiviteiten verplaatst naar de zustermaatschappij in Frankrijk. Daarbij is toegezegd dat alle kunststof keerkleppen in Nederland geassembleerd zouden blijven worden. In het voorjaar van 2012 is niettemin een deel van de keerkleppen overgeheveld naar Frankrijk. In januari 2013 heeft WINL de OR om advies gevraagd over het verplaatsen naar Frankrijk van de resterende productie/assemblageactiviteiten. In Nederland zou alleen een verkoop- en distributieorganisatie overblijven. De OR heeft negatief geadviseerd, maar WINL heeft het besluit toch genomen. In zijn beroep bij de Ondernemingskamer stelt de OR dat het besluit in feite op concernniveau is genomen en dat hij er geen enkele invloed op heeft gehad. Bovendien zou het besluit de opmaat zijn naar sluiting van WINL.
De Ondernemingskamer stelt voorop dat, gegeven het feit dat WINL onderdeel uitmaakt van een concern, het onvermijdelijk en vanzelfsprekend is dat het belang van WINL mede wordt bepaald door het concernbelang. Dat neemt niet weg dat WINL bij het voorbereiden en nemen van haar besluit zelfstandig het concernbelang dient af te wegen tegen de overige belangen van WINL en dat WINL aan de OR inzicht behoort te geven in die belangenafweging. Bij die belangenafweging legt de concernstrategie gewicht in de schaal, maar niet per definitie het doorslaggevende. Een andere opvatting zou op onaanvaardbare wijze afbreuk doen aan het wettelijk stelsel van medezeggenschap. In onderhavige zaak blijkt uit geen van de overgelegde stukken dat een zelfstandige afweging door WINL is gemaakt van het concernbelang en de overige belangen van WINL. In de stukken wordt ingegaan op de Europese economie en op omzet- en winstgegevens op Europees niveau, maar wordt niet aangegeven welke rol WINL zelf heeft gespeeld bij de totstandkoming van het besluit. In de samenvatting van het besluit is vermeld dat is uiteengezet op welke wijze WIEU uitvoering gaat geven aan haar besluit ten aanzien van de reorganisatie van WINL. Verder blijkt niet dat WINL het risico van beëindiging van alle activiteiten in Nederland onder ogen heeft gezien. De conclusie is derhalve dat het besluit kennelijk onredelijk is en moet worden ingetrokken.
NB. De overwegingen van de Ondernemingskamer in deze zaak zijn ook terug te vinden in «JAR» 1997/244, een vergelijkbare zaak. In «JAR» 1994/74 had de ondernemer naar het oordeel van de Ondernemingskamer het concernbelang wel voldoende afgewogen tegen de belangen van de Nederlandse onderneming. - Link
- Link
- Language
- Dutch
- Persistent Identifier
- https://hdl.handle.net/11245/1.408478
Disclaimer/Complaints regulations
If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library, or send a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.