Doel Onderzoeken in hoeverre interne auditresultaten van ziekenhuizen gedeeld kunnen worden met externe toezichthouders en wat de randvoorwaarden hiervoor zijn.
Opzet Kwalitatief interviewonderzoek.
Methode In de periode 2013-2015 hielden we in zes ziekenhuizen 36 individuele interviews met 12 afdelingshoofden (allen medisch specialist), 10 afdelingsmanagers, 5 leden van de raad van bestuur, 5 leden van de raad van toezicht en de 4 accounthoudende ziekenhuisinspecteurs. Daarnaast vond een focusgroepinterview plaats met 6 andere ziekenhuisinspecteurs van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De interviewgegevens werden thematisch geanalyseerd.
Resultaten De geïnterviewden gaven aan dat afstemming tussen interne toetsing en extern toezicht ontbreekt. Ze waren voorstander van het delen van interne auditresultaten met toezichthouders om de toezichtlast te verminderen. Ze vonden dat interne audits inzage geven in kwaliteitsverbeteringen, sturing op kwaliteit en veiligheid door ziekenhuisbestuurders, en de verbetercultuur binnen teams van zorgverleners. Met deze informatie kan de inspectie oordelen in welke mate ziekenhuizen lerende organisaties zijn. Als randvoorwaarden voor het delen van auditresultaten benoemden de geïnterviewden: betrouwbare en risicogerichte informatie over kwaliteit en veiligheid, verzameld door deskundige, getrainde auditoren en zorgvuldig gebruik hiervan door de inspectie om openheid onder geauditeerde zorgverleners te behouden.
Conclusie Interne auditresultaten kunnen onder voorwaarden worden gedeeld met externe toezichthouders zoals de IGJ. Als interne auditresultaten laten zien dat ziekenhuizen open, lerende en zelfreinigende organisaties zijn, kan de inspectie op afstand toezicht houden en worden de toezichtlasten waarschijnlijk minder.

hdl.handle.net/1765/106363
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM)

Hanskamp-Sebregts, M., Robben, P., Wollersheim, H., & Zegers, M. (2018). Interne audit delen met extern toezicht. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 162(19). Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/106363