Op 6 april 2011 publiceerde de Europese Commissie (hierna: EC) een persbericht waarin de EC aankondigde Nederland voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) te brengen, omdat de Nederlandse fiscale behandeling van schenkingen aan algemeen nut beogende instellingen (hierna: anbi’s) discriminerend zou zijn en in strijd met de EU-regels betreffende het vrije verkeer van kapitaal.2 Dit bericht wekte bij mij enige verbazing. Uiteraard wist ik dat de EC op 18 maart 2010 Nederland formeel had verzocht om de anbi-regeling aan te passen. Het leek mij echter een uitleg van de Nederlandse regeling de EC gerust zou moeten stellen. Dat was dus kennelijk niet het geval. De vraag is nu of de EC een punt heeft en de huidige Nederlandse regeling inderdaad in strijd is de vrijheid van kapitaalverkeer. In deze opinie zoek ik een antwoord op deze vraag. Daartoe zal ik eerst de bezwaren van de EC bespreken en deze analyseren in het licht van de jurisprudentie van het HvJ over anbi’s en de Nederlandse anbi-regeling. Daarbij is mede van belang de wijze waarop de Belastingdienst uitvoering geeft aan deze wetgeving en een wijziging naar aanleiding van de Geefwet.3 Deze verzwakken mogelijk de Nederlandse procespositie.

hdl.handle.net/1765/32142
Fiscal Autonomy and its Boundaries
Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht
Erasmus School of Law

Hemels, S. (2012). Anbi-wetgeving in strijd met de vrijheid van kapitaalverkeer?. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 12(2), 1–4. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/32142