Eiser is door enkele medebewoners van zijn flatgebouw belaagd. Eén van de belagers heeft hem daarbij twee klappen in het gezicht gegeven. Eiser vordert schadevergoeding van de belagers, stellende dat hij door de mishandeling ernstige pijn heeft geleden en dat sindsdien bij hem sprake is van angstgevoelens waarvoor hij zijn huisarts heeft geraadpleegd, die hem heeft doorverwezen naar de GGZ. Rechtbank en hof wijzen de vordering tot schadevergoeding af. Het hof oordeelt dat aan de eisen van art. 6:166 BW is voldaan, behalve aan de eis dat schade is geleden die voor vergoeding in aanmerking komt. Ter zake van geestelijk letsel is onvoldoende gesteld en een blauw oog is volgens het hof te gering om als lichamelijk letsel voor vergoeding in aanmerking te komen.

, , ,
hdl.handle.net/1765/37299
Jurisprudentie Aansprakelijkheid
Erasmus School of Law

Lindenbergh, S. (2012). Groepsaansprakelijkheid, lichamelijk letsel, smartengeld. Jurisprudentie Aansprakelijkheid, 147, 813–814. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/37299