Patiënt A, een meisje van 2 dagen oud, werd opgenomen op de afdeling Kinderintensivecare wegens dreigende respiratoire insufficiëntie. De zwangerschap en partus waren ongecompliceerd verlopen, het geboortegewicht was 3500 g. De ademhaling was vanaf de geboorte snel en ging gepaard met intrekkingen. Gedurende de eerste 2 dagen werd de borstvoeding met pauzes gedronken, maar goed verdragen. De baby was opvallend snel moe, had moeite met huilen en neigde tot hypothermie. Zij vertoonde geen tekenen van cyanose of transpireren. De familieanamnese leverde geen bijzonderheden op.

Wegens progressieve dyspnoe en tachypnoe werd patiëntje verwezen naar een ziekenhuis. Aldaar werd een ernstig dyspnoïsche zuigeling gezien met een versnelde ademhaling en hartslag en een marginale lichaamstemperatuur, bij wie niet-afwijkende harttonen zonder souffles en een symmetrisch ademgeruis werden gehoord. Er was geen stridor aanwezig. Arteriële pulsaties en capillaire vulling waren niet-afwijkend. De saturatie bleek 75% en de bloeddruk was 70/44 mmHg. Bij palpatie van de buik werden geen afwijkingen opgemerkt, met name geen hepatosplenomegalie. Er waren geen dysmorfe kenmerken en ook het neurologisch onderzoek toonde geen afwijkingen.

hdl.handle.net/1765/98181
Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Department of Pediatrics

Nusmeier, A., de Jongste, J., Bos, A., Lam, J., & Hoekstra, M. O. (2003). Klinisch denken en beslissen in de praktijk: een pasgeborene met dyspnoe. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 147(31), 1501–1506. Retrieved from http://hdl.handle.net/1765/98181