signatuur/datering rechtsmidden: J. Sandrart. f / 1639.
opschrift op achterzijde paneel: Jacob Bicker, zoon van Jacob Jacobsz Bicker (de Vrij) kaptin serg. majoor der troepen in Amsterdam, trouwde 1639 Alida Bicker, dochter van Andries Bicker en van Cathrina Gansneb Tengnagel
opschrift op achterzijde lijst: Jac. Bicker / ridd. st.mark.
legaat 1878-04-21
inv.nr. SA 2078 in depot
Heer met knevel, tot het middel afgebeeld in donker gewaad met kanten kraag. Het lichaam driekwart naar rechts, het gelaat en face, de linkerhand in de zij, de rechter voor de borst.
Herkomst
Verzameling H.J. Bicker, Amsterdam; legaat van Jkvr. J.C. Bicker, douairière J.J. van Winter, Amsterdam, 1878; in bewaring bij Jhr. D. Bicker, 1878-1881; bruikleen aan Rijksmuseum, 1881-1952
De koopman Jacob Jacobsz Bicker (1612-1676) voerde de titels heer van Engelenburg en Ridder van Sint Marcus. In 1639 trouwde hij met zijn volle nicht Alida Bicker (1620-1702), dochter van de machtige Andries Bicker, een broer van Jan Bicker (nr. 4). ( Laura van Hasselt)
Catalogus AHM 1975/'79
Tegenhanger van het volgende nr., zie ook aldaar. Op de achterzijde: "Jacob Bicker, zoon van Jacob Jacobsz Bicker (de Vrij) kaptin seg. majoor der troepen in Amsterdam, trouwde 1639 Alida Bicker, dochter van Andries Bicker en van Cathrina Gansneb Tengnagel".
Jacob Jacobsz Bicker (1612-1676), Heer van Engelenburg, woonde op de Oudezijds Achterburgwal en bezat voorts twee buitengoederen. In 1646 was hij Kapitein Majoor van het garnizoen te Amsterdam en schepen van 's Graveland. Schout van 's Graveland was hij van 1656 tot 1676. Hij voerde de titel Ridder van Sint Marcus (ELIAS I, blz. 359). ( Albert Blankert)