In 1660 besteeg Karel II de Engelse troon. Hij koesterde een bijzondere wrok jegens de heersende partij in Holland. Er heerste in Engeland ook afgunst over onze handelsbloei en dit maakte een oorlog tegen de Verenigde Provinciën populair. De Engelsen stuurden zonder oorlogsverklaring Robert Holmes naar de kust van Guinea om daar en elders voor de Engels-Afrikaanse maatschappij onze koloniën in te nemen. Holmes overmeesterde onder andere het eiland Goeree. Nauwelijks werd dit bekend, of de Staten-Generaal namen het besluit twaalf schepen naar de bedreigde punten te sturen. De Witt begreep dat de benodigde tijd en de moeilijkheid om veilig een smaldeel door het Kanaal te loodsen, een goede uitslag in de weg stonden. Daarom wilde hij De Ruyter, die zich met een aanzienlijke scheepsmacht in de Middellandse Zee bevond, naar de door de Engelsen geroofde en bedreigde volksplantingen sturen. Het was echter een groot probleem om een geheim besluit los te krijgen van een Staten-Generaal, waarvan de leden niet allen even kundig, onpartijdig en stilzwijgend waren, en van geheimhouding hing het welslagen nu eenmaal af. De Witt wist door een schijnbaar belangrijke mededeling de verdachte leden bij het venster bezig te houden, terwijl de overige heren die vooraf ingelicht waren, het besluit tot het sturen van De Ruyter namen. Dit werd in het voorbijgaan handig aan de resolutie over de twaalf schepen toegevoegd. De lastbrieven werden door de griffier zelf geschreven en door koeriers naar Cadix, Malaga en Alicante gezonden, om in één van die plaatsen aan De Ruyter gegeven te worden. De uitslag beantwoordde aan de verwachting.
De Engels-Afrikaanse maatschappij is de Royal African Company. ( Dedalo G. Carasso)