Na zes jaar Europese oorlog werden in 1678 te Nijmegen vredesonderhandelingen geopend. Frankrijk wilde ook Zweden bij het verdrag betrekken en de teruggave der veroverde plaatsen daarvan afhankelijk maken, maar Engeland verbond zich met ons tot een gezamenlijke oorlog als Lodewijk XIV niet vóór 11 augustus toegaf. De Franse ambassadeurs verklaarden op 10 augustus dat zij de vrede wilden tekenen mits men daar nog op dezelfde dag toe overging. Dit gebeurde. Beverningh leidde de onderhandelingen voor onze Republiek en bewerkte bij de Fransen de teruggave van Maastricht aan de staat en het prinsdom Oranje aan de stadhouder. De Staten sloten een voordelig handelsverdrag en verbonden zich tot stipte onzijdigheid [ten aanzien van het vervolg van de oorlog]. Nederland verloor zo geen voetbreed gronds. Deze [afzonderlijke] vrede met Frankrijk verwekte echter heftige verontwaardiging bij de bond- genoten die - zij het niet belangeloos - voor ons de wapenen hadden opgenomen en nu aan het Franse overwicht blootgesteld bleven. De stadhouder was evenals vele staatslieden en steden misnoegd, en bijna was Beverningh hierom voor de rechter gedaagd.
( Dedalo G. Carasso)