Detail

TitelLuchtbeschermingsdienst 's-Hertogenbosch
Periode(1923)1934-1946
Omvang en Medium1 meter
OpenbaarheidOpenbaar
ToegangLuchtbeschermingsdienst 's-Hertogenbosch, (1923)1934-1946
InventarisDownload Luchtbeschermingsdienst 's-Hertogenbosch, (1923)1934-1946
 

  •  Inleiding
    •  1. Geschiedenis van de organisatie

      In 1927 werd er door het Ministerie van Binnenlandse Zaken een gids “aanwijzingen luchtbeschermingsdienst” uitgegeven. Om de kans op eventuele luchtaanvallen te verminderen moesten er maatregelen genomen worden. Elke gemeente werd aanbevolen een luchtbeschermingsdienst (LBD) op te richten. In 1931 werd deze gids vervangen door de “Leidraad luchtbeschermingsdienst”. In 1934 werd er weer een nieuwe gids uitgegeven getiteld “Organisatie, verduistering en alarmering”. 

      Echter het gewenste resultaat bleef uit. Weinig gemeenten gaven gehoor aan de oproep een luchtbeschermingsdienst in te stellen. Bij wet van 23 april 1936 werden de burgemeesters daarom verplicht om maatregelen te nemen ter bescherming van de bevolking. Bij Koninklijk Besluit van 15 augustus 1936 (Staatsblad no. 347) werden er voorschriften gegeven met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen die genomen moesten worden om de bevolking te beschermen. 

      De burgemeester van ’s-Hertogenbosch ondernam actie naar aanleiding van de gids uit 1934 en stuurt op 17 november 1934 een uitnodiging naar diverse personen tot het bijwonen van een voorlopige bespreking om te komen tot een personeels-organisatie van de luchtbeschermingsdienst in ’s-Hertogenbosch, zie inv.nr. 71. Vanaf 1935 werden er al diverse oefeningen gehouden.

      De LBD had tot taak de bevolking te waarschuwen voor luchtaanvallen en hulp te bieden aan de bevolking bij luchtaanvallen. Ook het geven van voorlichting aan particulieren en bedrijven over de gevaren van luchtaanvallen en welke maatregelen men kon nemen ter bescherming was een taak van de LBD. Onderdelen van de LBD waren: brandweer, geneeskundige dienst, waarschuwings- alarmerings- en verbindingsdienst, politiedienst, technische dienst, chemische dienst, veterinaire dienst en de ontsmettingsdienst. Waar een bombardement had plaatsgevonden boden de LBD-leden eerste hulp en assisteerden bij het blussen van branden en het ruimen van puin en bomrestanten. Het merendeel van de LBD leden bestond uit vrijwilligers, die naast hun vrijwilligerswerk vaak een drukke baan hadden. Voor een gedetailleerde beschrijving van de organisatie van de LBD zie inv.nr. 71 en 82 met uitgebreide informatie over het personeel (met namenlijst) en materieel aanwezig per dienst.

      De stad werd verdeeld in drie vakken met voor ieder vak een eigen vak-commandant. Bij ieder van deze vakken werd ondergebracht: een brandweerpost, een opruimingsdienst, een herstellingsdienst voor gas, water en licht, gasverkenners, er was een commandant van de politie aanwezig en de wijk ordedienst. Vak I omvatte grofweg al het grondgebied ten westen van de Dommel, Vak II het gebied dat grofweg omsloten wordt door de Dommel en de Zuid-Willemsvaart en Vak III het gebied ten noorden van de Zuid-Willemsvaart. Er werden evacuatieposten ingesteld om burgers tijdelijk op te vangen van wie het huis na een luchtaanval onbewoonbaar was of die geëvacueerd moesten worden omdat er eerst een blindganger opgeruimd moest worden. 

      De vakken werden ieder ingedeeld in zes wijken met voor iedere wijk een wijkhoofd. Een wijk bestond uit ongeveer 10 blokken. Een blok omvatte ongeveer 200-300 gezinnen en er was een blokploeg geleid door een blokhoofd. Regelmatig werd er gerapporteerd over gebeurtenissen in een blok aan het wijkhoofd. Het wijkhoofd rapporteerde vervolgens aan het hoofd van de LBD, de heer F.W.A. Beekers, over de gebeurtenissen binnen de betreffende wijk. De wijk- en blokhoofden moesten in de betreffende wijk woonachtig zijn. Zij werden door de gemeente aangesteld. 

      Een belangrijk onderdeel van de LBD was de verbindingsdienst. Door deze dienst werden uitkijkposten ingericht die 24 uur per dag bemand waren. Zeer gedetailleerde informatie wordt gevonden in inventaris nummer 42Dit zijn de dagrapporten uit 1941 van de verbindingsdienst. Er waren vier uitkijkposten in ’s-Hertogenbosch: de hoofdpost St. Jan, de watertoren, de Leonarduskerk en de Kruiskerk. De rapporten bestaan deels uit ingevulde voorbedrukte formulieren en deels uit handgeschreven rapporten. Er waren drie diensten per dag: van 6 – 14 uur, van 14 – 22 uur en van 22 – 6 uur. Per dienstdeel wordt aangegeven hoeveel vliegtuigen over vlogen, welke nationaliteit deze hadden en welke richting ze opvlogen, maar ook lichtkogels, lichtflitsen, geluiden van bominslagen, branden etc. worden in deze rapporten beschreven. Op de voorbedrukte formulieren wordt aangegeven welke personen dienst hadden op de dag waarop het dienstrapport betrekking heeft.

      In 1940, na de Duitse bezetting, werd de LBD drastisch gereorganiseerd. Op de langere termijn vonden de bezetters het niet gewenst dat er veel vrijwilligers bij de dienst zaten. Er was een voortdurende wisseling van de bezetting van de posten. De bezetter wilde daarom dat er personen werden aangesteld voor de continudiensten. In november 1940 werden ruim 200 vrijwilligers “ontslagen”. 

      De belangrijkste taak van de dienst werd na mei 1940 het controleren van de verplichte verduistering. LBD'ers ’s gingen ‘s-nachts de straat op om te controleren of de burgers zich aan de verduisteringsvoorschriften hielden. Hiervoor hadden ze wel een speciale vergunning nodig om zich gedurende de nachtelijke uren op straat te bevinden. Steden en dorpen moesten helemaal donker zijn, om te voorkomen dat ze als herkenningspunten voor geallieerde vliegtuigen zouden dienen. Niet alleen burgers moesten hun huizen verduisteren maar er waren ook strenge voorschriften voor etalages van winkels en lichtreclame van bedrijven. Straatverlichting moest zeer beperkt worden en de koplampen van auto’s moesten afgedekt worden. Op het niet naleven van de verduisteringsvoorschriften stonden sancties, zie inv. nr.39.

      De commandopost van de LBD te ’s-Hertogenbosch was gevestigd in de kelder van het V.V.V. Huis aan de Markt. Op last van de Duitsers werd deze post in 1941 verhuisd naar de Van de Does de Willeboissingel 12. De administratie was gevestigd in het gebouw van de Gemeentewerken Achter het Wild Varken. 

      Na de oorlog werd de LBD vervangen door een organisatie die sterk op de LBD leek: de Dienst Bescherming Bevolking, de BB.Geschiedenis van de organisatie

      In 1927 werd er door het Ministerie van Binnenlandse Zaken een gids “aanwijzingen luchtbeschermingsdienst” uitgegeven. Om de kans op eventuele luchtaanvallen te verminderen moesten er maatregelen genomen worden. Elke gemeente werd aanbevolen een luchtbeschermingsdienst (LBD) op te richten. In 1931 werd deze gids vervangen door de “Leidraad luchtbeschermingsdienst”. In 1934 werd er weer een nieuwe gids uitgegeven getiteld “Organisatie, verduistering en alarmering”. 

      Echter het gewenste resultaat bleef uit. Weinig gemeenten gaven gehoor aan de oproep een luchtbeschermingsdienst in te stellen. Bij wet van 23 april 1936 werden de burgemeesters daarom verplicht om maatregelen te nemen ter bescherming van de bevolking. Bij Koninklijk Besluit van 15 augustus 1936 (Staatsblad no. 347) werden er voorschriften gegeven met betrekking tot de uitvoering van de maatregelen die genomen moesten worden om de bevolking te beschermen. 

      De burgemeester van ’s-Hertogenbosch ondernam actie naar aanleiding van de gids uit 1934 en stuurt op 17 november 1934 een uitnodiging naar diverse personen tot het bijwonen van een voorlopige bespreking om te komen tot een personeels-organisatie van de luchtbeschermingsdienst in ’s-Hertogenbosch, zie inv.nr. 71. Vanaf 1935 werden er al diverse oefeningen gehouden.

      De LBD had tot taak de bevolking te waarschuwen voor luchtaanvallen en hulp te bieden aan de bevolking bij luchtaanvallen. Ook het geven van voorlichting aan particulieren en bedrijven over de gevaren van luchtaanvallen en welke maatregelen men kon nemen ter bescherming was een taak van de LBD. Onderdelen van de LBD waren: brandweer, geneeskundige dienst, waarschuwings- alarmerings- en verbindingsdienst, politiedienst, technische dienst, chemische dienst, veterinaire dienst en de ontsmettingsdienst. Waar een bombardement had plaatsgevonden boden de LBD-leden eerste hulp en assisteerden bij het blussen van branden en het ruimen van puin en bomrestanten. Het merendeel van de LBD leden bestond uit vrijwilligers, die naast hun vrijwilligerswerk vaak een drukke baan hadden. Voor een gedetailleerde beschrijving van de organisatie van de LBD zie inv.nr. 71 en 82 met uitgebreide informatie over het personeel (met namenlijst) en materieel aanwezig per dienst.

      De stad werd verdeeld in drie vakken met voor ieder vak een eigen vak-commandant. Bij ieder van deze vakken werd ondergebracht: een brandweerpost, een opruimingsdienst, een herstellingsdienst voor gas, water en licht, gasverkenners, er was een commandant van de politie aanwezig en de wijk ordedienst. Vak I omvatte grofweg al het grondgebied ten westen van de Dommel, Vak II het gebied dat grofweg omsloten wordt door de Dommel en de Zuid-Willemsvaart en Vak III het gebied ten noorden van de Zuid-Willemsvaart. Er werden evacuatieposten ingesteld om burgers tijdelijk op te vangen van wie het huis na een luchtaanval onbewoonbaar was of die geëvacueerd moesten worden omdat er eerst een blindganger opgeruimd moest worden. 

      De vakken werden ieder ingedeeld in zes wijken met voor iedere wijk een wijkhoofd. Een wijk bestond uit ongeveer 10 blokken. Een blok omvatte ongeveer 200-300 gezinnen en er was een blokploeg geleid door een blokhoofd. Regelmatig werd er gerapporteerd over gebeurtenissen in een blok aan het wijkhoofd. Het wijkhoofd rapporteerde vervolgens aan het hoofd van de LBD, de heer F.W.A. Beekers, over de gebeurtenissen binnen de betreffende wijk. De wijk- en blokhoofden moesten in de betreffende wijk woonachtig zijn. Zij werden door de gemeente aangesteld. 

      Een belangrijk onderdeel van de LBD was de verbindingsdienst. Door deze dienst werden uitkijkposten ingericht die 24 uur per dag bemand waren. Zeer gedetailleerde informatie wordt gevonden in inventaris nummer 42Dit zijn de dagrapporten uit 1941 van de verbindingsdienst. Er waren vier uitkijkposten in ’s-Hertogenbosch: de hoofdpost St. Jan, de watertoren, de Leonarduskerk en de Kruiskerk. De rapporten bestaan deels uit ingevulde voorbedrukte formulieren en deels uit handgeschreven rapporten. Er waren drie diensten per dag: van 6 – 14 uur, van 14 – 22 uur en van 22 – 6 uur. Per dienstdeel wordt aangegeven hoeveel vliegtuigen over vlogen, welke nationaliteit deze hadden en welke richting ze opvlogen, maar ook lichtkogels, lichtflitsen, geluiden van bominslagen, branden etc. worden in deze rapporten beschreven. Op de voorbedrukte formulieren wordt aangegeven welke personen dienst hadden op de dag waarop het dienstrapport betrekking heeft.

      In 1940, na de Duitse bezetting, werd de LBD drastisch gereorganiseerd. Op de langere termijn vonden de bezetters het niet gewenst dat er veel vrijwilligers bij de dienst zaten. Er was een voortdurende wisseling van de bezetting van de posten. De bezetter wilde daarom dat er personen werden aangesteld voor de continudiensten. In november 1940 werden ruim 200 vrijwilligers “ontslagen”. 

      De belangrijkste taak van de dienst werd na mei 1940 het controleren van de verplichte verduistering. LBD'ers ’s gingen ‘s-nachts de straat op om te controleren of de burgers zich aan de verduisteringsvoorschriften hielden. Hiervoor hadden ze wel een speciale vergunning nodig om zich gedurende de nachtelijke uren op straat te bevinden. Steden en dorpen moesten helemaal donker zijn, om te voorkomen dat ze als herkenningspunten voor geallieerde vliegtuigen zouden dienen. Niet alleen burgers moesten hun huizen verduisteren maar er waren ook strenge voorschriften voor etalages van winkels en lichtreclame van bedrijven. Straatverlichting moest zeer beperkt worden en de koplampen van auto’s moesten afgedekt worden. Op het niet naleven van de verduisteringsvoorschriften stonden sancties, zie inv. nr.39.

      De commandopost van de LBD te ’s-Hertogenbosch was gevestigd in de kelder van het V.V.V. Huis aan de Markt. Op last van de Duitsers werd deze post in 1941 verhuisd naar de Van de Does de Willeboissingel 12. De administratie was gevestigd in het gebouw van de Gemeentewerken Achter het Wild Varken. 

      Na de oorlog werd de LBD vervangen door een organisatie die sterk op de LBD leek: de Dienst Bescherming Bevolking, de BB.

       

      2. Geschiedenis van het archief

      Bij besluit van B&W op 21 januari 1972 werd het archief van de Luchtbeschermingsdienst overgebracht van de brandweerkazerne naar het Stadsarchief. 

      Vanuit archief NL-HtSA archiefnummer 0236 Collectie WO II, 1930-1947, inv.nr.: 189 werd in 2019 de Collectie Van der Wouw overgebracht naar het archief van de Luchtbeschermingsdienst.

      In oktober 1996 schonk dhr. Van der Wouw een groot aantal stukken afkomstig van wijlen zijn vader M. van der Wouw aan het Stadsarchief. Zijn vader was in de oorlog werkzaam geweest bij de Dienst Luchtbescherming. De collectie bestaat bijna helemaal uit rapporten van de wijk- en blokhoofden over gebeurtenissen tijdens de oorlog en met name tijdens de periode van de bevrijding (september-november 1944) en kort daarna. Archivistisch gezien is hier sprake van een deel van het archief van de Dienst Luchtbescherming. Daarom zijn deze stukken in dit archief ingevoegd met inventarisnummer 73 en een nadere toegang.

      Vanuit archief NL-HtSA archiefnummer 1021 Losse stukken en kleine collecties, inventaris nummer 36 werd in 2019 het bewijs van inschrijving bij de LBD van M.C.C. van Rooij overgebracht naar het archief van de Luchtbeschermingsdienst, inv.nr. 115.

  •  Citeerinstructie: NL-HtSA Archiefnummer 0048 Luchtbeschermingsdienst 's-Hertogenbosch, (1923)1934-1946, inv.nr. ...
  • Hele toegang