Vaandel van de gewapende burgermacht, anoniem, 1800 - ca. 1806

Titel(s)

Vaandel van de gewapende burgermacht

Objecttype

• vaandel

Objectnummer

NG-NM-1932

Omschrijving

Vaandel van het model van 13.2.1800. Ecru, op het midden een ovaal van twee naar beneden gebogen lauwertakken, die bovenaan bijeengehouden worden door een grote strik van rood- wit-blauw lint. De witte baan is breder dan de beide andere. Hierop staat in gouden klassieke kapitalen: 3DE BATAILLON, en: 7DE HALVE BRIGADE. In het ovaal een gaande leeuw in natuurlijke kleur met driekwart omgewende kop; in de opgeheven rechterpoot een kromzwaard met geel gevest. Hij loopt in een landschap onder een lichtbewolkte blauwe hemel. Paradekant: dito ovaal met lauwertakken, strik en opschrift. Op het rode ovaal in gouden klassieke kapitalen: VOOR HET VADERLAND EN DE WET.

Vervaardiger

• anoniem

Plaats vervaardiging

Nederland

Datering

15-jun-1800 - ca. 1806

Materiaal

• zijde

Techniek

schildertechniek / doubleren

Afmetingen

hoogte 97 cm × breedte 100 cm

Wat

• personifications of countries, nations, states, districts, etc.
• beasts of prey, predatory animals: lion

Wanneer

• 1800 - 1900

Waar

• Nederland

Wie

• Bataafse Republiek

Verwerving

onbekend 1876

Copyright

Publiek domein

• Onze schuttervendels en schutterijen van vroeger en later tijd 1550-1908 in beeld en schrift : een historisch album met aquarellen van J. Hoyck van Papendrecht en geschiedkundigen tekst, C. te Lintum, J. Hoynck van Papendrecht, Petrus Johannes Blok, afb. 32
• Vlaggen, vaandels en standaarden van het Rijksmuseum : een geïllustreerde catalogus, p. 42, cat.nr. 74
• De uniformen van de Nederlandsche Zee- en Landmacht hier te landen en in de kolonien naar aquarellen of teekeningen van J. Hoynck van Papendrecht, W.C. Staring en J.P. de Veer, F.J.G. Ten Raa, p. 28-30
• H. Hardenberg, Overzicht der voornaamste bepalingen betreffende de sterkte, zamenstelling, betaling, verzorging en verpleging van het Nederlandsche leger, sedert den vrede van Utrecht in 1713 tot den tegenwoordigen tijd, Den Haag 1858, p. 138.