Tweedelige japon van groen/zwart gestreepte taftzijde, afgewerkt met alpaca- en satinetvoering, lijfje en rok. Modieuze japon, met strepen die in de mode waren.
De rok loopt wijd uit, en werd met een crinoline eronder gedragen. De rok is ophaalbaar aan de binnenzijde. Opgehaald is de rok wat korter zodat ermee gewandeld kan waorden, of andere buitenactiviteiten. De rok heeft van voren rechte banen en naden, middenachter een schuine naad waarbij de zelfkant tegen de schuine kant aanzit. Dit voorkomt uitzakken van de stof.
De rokband is niet origineel, de rok mist nu plooien aan de voorkant, waar deze er oorspronkelijk wel waren.
Herkomst
De japon werd gedragen door Jacoba Willaars (1825-1872). Zij was de grootmoeder van de schenker en echtgenote van Dr. Coenraad Albert Isaac Hesterman. Ze overleed in 1972 aan long-tuberculose. Haar zoon Coenraad Hesterman, arts, was onder meer bestuurder van het Stads Bestedelingenhuis. Haar zoon Jan Hetserman was commissionair in effecten te Amsterdam.
Onderzoek naar en fotografie van de 18e- en 19e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds, het Netty van Doorn Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds.